Cees Juffermans
Beide mannen zijn het eens over het belangrijkste waar je op moet letten: “Zorg altijd dat je met een vlakke steen slijpt! Na een aantal keren slijpen krijg je groeven in je steen, op de plaatsen waarmee je telkens over de ijzers gaat. Op den duur krijg je je schaatsen dan niet meer goed scherp.”
Juffermans: “Eigenlijk zou je na elke slijpbeurt de steen even over een glas- of staalplaat met slijpkorrels moeten halen, dan gaat hij jaren mee. Als je slijpsteen eenmaal hol is, is hij niet meer op te knappen.”
“Slijp niet met een steen die te grof is, dat breekt stukjes metaal weg”, begint Van Haastrecht, en: “Slijp genoeg. Hoe botter je je schaatsen laat worden, hoe moeilijker dat weer te herstellen is, hoe grover je moet slijpen en hoe meer je van je ijzer afhaalt. Zelf zou ik het liefst na elke training slijpen maar dat schiet er soms bij in”, zegt Juffermans uit eigen ervaring.
“Je hebt genoeg aan één goede steen met een grove en een fijne kant en een braamsteen. Eventueel kun je een polijststeen (bijvoorbeeld van diamant) gebruiken om je ijzers zo glad mogelijk te krijgen. Voor de recreant is een diamantsteen ideaal, omdat je die niet hoeft te vlakken”, aldus Van Haastrecht. “Een diamantsteen gebruik je met water om het verbranden van het oppervlak tegen te gaan. Je kunt ook smeerolie gebruiken zoals WD40. Wij halen de ijzers ook altijd even door een spons met olie om roesten te voorkomen.”
En verder: “Gebruik tijdens het slijpen een zo groot mogelijk gedeelte van de steen, dus ga niet steeds op dezelfde plaatsen over je ijzers. Door met schuine bewegingen te slijpen blijft je steen vlakker en slijt hij gelijkmatiger.”
Juffermans raadt aan: “Draai tijdens het slijpen af en toe je blok om. Je hebt snel de neiging om op bepaalde plaatsen meer druk te zetten, dat ga je tegen als je af en toe de punten even van je af, of juist naar je toe zet. Zo behoud je de ronding het langste.”
“Denk er ook aan dat je de schaatsen goed tegen de aanzet in het slijpblok zet”, gaat hij verder, “zodat ze even hoog en even ver in het blok staan. Anders komen er te grote verschillen in de ijzers en kunnen je schaatsen niet gelijkmatig scherp worden.”
“Om af te bramen is een ‘normaal’ braamsteentje goed genoeg”, vindt Van Haastrecht. “Wat veel belangrijker is: stop nooit met afbramen. Door af te bramen duw je de braam naar de onderkant van het ijzer. Daarna zou je weer moeten polijsten, gevolgd door opnieuw afbramen. Herhaal dit zo lang tot je echt geen braam meer voelt aan de zijkant, en je polijststeen zonder weerstand over het ijzer glijdt. Je kunt ook speciale K-vormige braamsteentjes kopen die de braam vrijwel in één keer wegsnijden.”
En met betrekking tot afbramen heeft ook Juffermans, vooral voor shorttrackers, een handige tip: “Heb je een kromming, wil afbramen nog wel eens beter gaan met een doormidden gebroken braamsteen, omdat een hele braamsteen niet meer precies aansluit op je ijzer.”
Tot slot heeft Cees Juffermans nog een belangrijke tip: “Het optimale materiaal is iets heel persoonlijks. Ervaar zelf welke ronding voor jou het beste werkt, welke slijpstenen je het best in gebruik vindt, hoe vaak je moet slijpen… Zelf voel je dat aan als geen ander.”
In bovenstaand filmpje zie je hoe ronden en slijpen in zijn werk gaat. De mannen van de Foekens-marathonploeg laten hier overigens goed zien hoe het niet moet…