Want een hel is het, dat mag duidelijk zijn. Kort voor de start om half acht in de ochtend begon het aan de Weissensee te sneeuwen en een paar uur later ligt er al dik tien centimeter. IJsmeester Norbert Jan krijgt het niet eens voor elkaar de vloer ook maar een beetje schoon te houden, zodat de rijders zich een weg moeten banen over een uiterst smal parkoers.

Dat is inmiddels levensgevaarlijk geworden. Rixt Meijer weet er alles van. “Ik ben bont en blauw. Vaak gevallen en steeds weer teruggekomen, maar nu is het over. Ik moet volgende week de mass-start rijden in Inzell, wil geen risico nemen.”

Het zijn deze ochtend veelgehoorde geluiden. Iris van der Stelt zocht ook al gedesillusioneerd de kant op in haar eerste Alternatieve Elfstedentocht. “Ik kon niet meer schaatsen zonder in een scheur te rijden. Het is echt verschrikkelijk. Volgens mij ben ik zeker twaalf keer tegen het ijs gegaan.”

Ook bij de mannen is het drama alom. Voor Sjors Spaargaren eindigt de Weissensee op de brancard. Hij wordt waarschijnlijk afgevoerd met een gebroken sleutelbeen. De ene na de andere schaatser smakt tegen het ijs, waardoor het echt een waar slagveld wordt.

Bij de mannen wordt de koers aangevoerd door vijf mannen. Jan van Loon, Sandor Stuut, Bart van den Berg, Frank Woltman en Rob Hadders. De laatste leverde een onvoorstelbaar staaltje marathonschaatsen af. Hadders ploegde in de Siberische omstandigheden in zijn eentje van het peloton naar de kopgroep, een achterstand van bijna zeven minuten. Hij lijkt een van de sterkste mannen in de koers, maar op dit moment wordt er in het peloton volop gekoerst door onder andere Christijn Groeneveld en Ingmar Berga, waardoor de voorsprong van de vijf koplopers flink is teruggelopen.