Een jaar geleden reed Vacas zijn eerste marathon op Nederlandse bodem. Samen met twee vrienden en teamgenoten uit Baskenland besloot hij mee te doen aan de driedaagse. Het avontuur duurde welgeteld zes kilometer. Met een doffe klap sloeg Vacas tegen het asfalt in een valpartij met zijn vriend en teamgenoot Julen, en ook Ivo de la Porte was bij de val betrokken. De wedstrijd werd stilgelegd. De medische hulpdiensten snelden naar de ongelukkige mannen die op het asfalt bleven liggen. “Het waren die jongens uit Spanje”, werd al snel duidelijk. Vacas probeerde op te staan, maar voelde direct dat het mis was met zijn schouder.

Een jaar later zit hij voor het dorpshuis van Nijelamer en toont de 26-jarige skeeleraar het litteken dat hem nog dagelijks herinnert aan die val. Net als elke inlineskater heeft Vacas wel eens een val gemaakt en heeft hij met een blessure moeten dealen. Dat het gebeurde in een vreemd land met twee makkers die geen rijbewijs hadden om terug naar huis te rijden, was wel heel ongelukkig. “Gelukkig was het mijn rechterarm en had ik een goede manier gevonden om te schakelen”, zegt hij, terwijl hij een elastiekje van zijn vriendin aanneemt om te demonstreren hoe hij schakelde. “Zo kon ik enkele dagen na de val toch zelf naar huis rijden en een kleine drie weken later stond ik weer op wielen.”

Door de crash moest hij de nationale kampioenschappen in eigen land missen en miste hij daardoor ook het kwalificatiemoment voor het EK Inlineskaten. Het heeft zijn motivatie om terug te komen naar Nederland niet aangetast. Integendeel. Vacas wist vorig jaar meteen dat hij terug wilde en hield de website van de KNSB in de gaten. Toen de kalender online verscheen, boekte hij zijn verblijf naar Nederland. “Ik wilde Nijelamer heel graag rijden, ik had beelden van vorig jaar gezien. Het leek me geweldig hier aan de start te verschijnen.”

Aitor Vacas, Nijelamer, 18 juni 2025
In Nijelamer moest Vacas het peloton al vrij snel laten gaan. Op het stroeve, zware asfalt werd het een uitputtingsslag: "In Spanje hebben we slecht asfalt, maar op zoiets had ik nog nooit gereden..." | Foto: Glenn Wassenbergh

Het liefst was hij ook nog aan de start verschenen in Hallum, maar dat paste niet in het drukke schema van de Bask. In eigen land is hij namelijk als leraar en coach full-time bezig met de sport. “Ik ben op relatief late leeftijd begonnen. Toen ik twaalf was, stond ik voor het eerst op skates. Sindsdien ben ik er altijd mee bezig geweest en nu geef ik samen met twee teamgenoten les aan beginnende skeeleraars. Als we hier met zijn drieën zijn, kunnen we thuis geen les geven. Dus het is een kwestie van goed plannen en nu ben ik alleen gekomen.”

Vacas trainde in Heerde en reed naast Nijelamer ook de marathons in Heerde, Rijssen en Staphorst. “Het is hier geweldig koersen. Er is onderling respect in het peloton en er wordt enorm hard gereden. En het grootste verschil met de koersen in Spanje: hier zijn alleen maar professionele atleten die van start gaan.” In Spanje is er een klein groepje inlineskaters dat op hoog niveau meedoet aan de marathons. Verder worden die wedstrijden opengesteld voor amateurs. Dat is mogelijk omdat het vrijwel altijd koersen zijn die van A naar B gaan. “We rijden soms korte wedstrijden van dorp naar dorp. We beklimmen bergen met onze skates. In augustus doe ik in Zuid-Frankrijk mee aan een wedstrijd waar we in totaal 1000 hoogtemeters moeten klimmen.”

Poster
Vacas legt al zijn koersen vast met een Insta360-camera op zijn helm. Hierboven de wedstrijd in Heerde.

Voor de wedstrijd in Staphorst schoot Vacas in de lach toen Bertus Dokter (de nestor van het skeeleren in Heerde, red.) hem waarschuwde voor het feit dat er in het parcours van Staphorst een klim zat. “Ik kwam daar en dacht al snel: dit is geen klim, haha!” Toen hij in 2016 als junior met de Spaanse ploeg in Nederland was voor het EK Inlineskaten, zag hij Gary Hekman winnen op de Klim van Steenwijk. “Dat was een geweldige belevenis.”

In Spanje gaat het er heel anders aan toe, legt Vacas uit. “Wij trainen in Spanje vooral op 35 tot 45 kilometer, maar hier rijdt men veel harder.” Bovendien zijn de trainingsfaciliteiten niet zo goed als hier in Nederland. “We hebben niet echt banen of afgezette parcoursen waar we kunnen trainen. Dat moet altijd op de openbare weg en heb je te maken met verkeer, met wind en regen. Het maakt het lastig om jeugdige inlineskaters te laten proeven van de sport.”

Wel probeert Vacas met zijn bezoek aan Nederland inspiratie op te doen en het skeelerevangelie in Spanje te verspreiden. “Dit is mijn leven. In mijn vrije tijd bekijk ik beelden van oude wedstrijden, op internet zoek ik altijd naar plekken waar banen liggen en op Strava kijk ik waar andere skeeleraars trainen. Ik heb een enorme collectie op Google Maps met allerlei plekken waar banen zijn en goede trainingslocaties liggen. Op de terugweg naar huis stoppen we nog op een aantal plekken zodat ik kan trainen.”

De plannen om volgend jaar weer naar Nederland te komen zijn reeds in de maak, bevestigt Vacas. “Mijn teamgenoten en ik hebben het plan om hier een tijd te trainen en een paar marathons te rijden. Aansluitend rijden we op skeelers naar huis, een tocht van bijna 2000 kilometer”, onthult hij. Het wordt een tocht die ze helemaal zelfvoorzienend gaan ondernemen. “We maken ter voorbereiding nog een meerdaagse tocht door Baskenland om te weten hoeveel kilometer we per dag kunnen rijden en wat er aan bagage mee kan in onze rugzak.”

Het doel is om de mensen in Spanje te tonen dat er geïnvesteerd moet worden in trainingsfaciliteiten om de sport op een hoger plan te brengen. “We willen aan de mensen in ons land laten zien dat we dit doen omdat we zelf geen trainingsfaciliteiten hebben. Dan maar op deze manier. Een leuk project: hopelijk brengt het wat teweeg!”

Aitor Vacas, eigen foto
In Spanje worden serieuze klimwedstrijden gereden op skeelers. Niet gek dat hij moest lachen om de waarschuwing die hij kreeg voor de klim in Staphorst. | Foto: eigen foto