De mannen maakten er in de openingswedstrijd een waar spektakel van, dat vooral te wijden was aan het sloopwerk van Den Hertog en zijn ploeggenoten. Al snel was duidelijk dat zij zich in Amsterdam niet naar een massasprint wilden laten rijden. De mannen van Reggeborgh, met sprinter Bart Hoolwerf in de gelederen, wilden dat wel, maar konden niet voorkomen dat een kopgroep van vijftien man al snel een ronde voorsprong wist te pakken. Daarbij drie man van Royal A-ware, Hoolwerf had alleen zijn ploeggenoot Crispijn Ariëns bij zich.
Met de finish in zicht ontbrandde de koers weer volop. Den Hertog nadien: “Als je voelt dat de concurrentie moe wordt, moet je ze de nek omdraaien.” Dat deed hij vakkundig. Met nog enkele ronden te gaan sprong hij weg en het gat dat hij wist te creëren werd niet meer dichtgereden. Daan Gelling maakte het feest voor Royal A-ware compleet door als tweede te finishen. Luc ter Haar eindigde als derde.
“Dit is het beste begin wat we konden hebben”, sprak Den Hertog tevreden met de trofee in zijn armen. “Ik was bang dat de omstandigheden te goed zouden zijn, maar het was toch wel een zware wedstrijd. Wij zaten er goed bij.” Toch was de Gouwenaar vooraf niet gerust op zijn vorm. “Ik wist dat ik heel fit was, alleen deze week heb ik totaal niet lekker geschaatst met zoveel vermoeidheid in de benen na ons trainingskamp. Ik heb altijd wat meer vlieguren nodig dan sommige anderen, maar ik wist dat het op zaterdag moest gebeuren. Dat is de enige dag van de week die telt en vandaag was gelukkig mijn beste dag van de week.”
Leunend op zijn ervaring was hij vervolgens de sprinters te slim af. “Er zijn een paar snelle mannen die de sprints de afgelopen jaren onderling verdelen, met Bart Hoolwerf, Harm Visser en nu ook Luc ter Haar en Christian Haasjes. Alleen zij moeten wel een hele marathon overleven. Als je voorsorteert op een sprint en niet open de koers in gaat, kan het tegenvallen als je op een paard wedt. En wij hebben vijf paarden.”
Het beste paard van stal was deze keer Den Hertog, die het feest bij Royal A-ware compleet maakte na de overwinning van Groenewoud eerder op de avond. Hoe anders was dat vorig jaar december, toen het marathonpeloton voor het laatst Amsterdam aandeed. In de laatste wedstrijd van de Vier van Noord-Holland kwam Den Hertog eveneens als eerste over de streep, maar moest hij even later de overwinning inleveren na ongeoorloofde hulp van een ploeggenoot. Een paar dagen later kwam men daarop terug en werd Den Hertog alsnog tot winnaar uitgeroepen.
“Toen hoorde ik op trainingskamp dat ik had gewonnen en ging ik hier met een kater weg”, blikte de 33-jarige routinier terug. “Dat heeft de feeststemming toen bedrukt, ook al stond er uiteindelijk wel een eentje achter mijn naam. Vanavond speelde die wedstrijd voor mij niet meer mee. Ik ben altijd gebrand om goed aan het seizoen te beginnen. Al kon ik nu wel met een gerust hart naar het podium.”
Alsof Royal A-ware nog niet genoeg te vieren had, wist Chris de Velde bij de beloften ook nog de wedstrijd naar zich toe te trekken. In de wedstrijd over 100 ronden wist hij in de finale weg te rijden uit een late kopgroep van vijf. Voor het 19-jarige talent was het de eerste overwinning in de Marathon Cup.
“Hier ben ik heel blij mee”, sprak de Nederlands kampioen bij de junioren na afloop. Was hij vorig jaar nog stagiair bij de formatie van Jillert Anema, dit jaar draait hij volledig met de ploeg mee. Hij merkte zaterdag dat het zijn vruchten heeft afgeworpen. “Ik wist wel al dat ik een heel goede zomer had gedraaid. Vorig jaar was ik de zwakste man en moest ik heel erg aanpoten. De laatste kampen merkte ik dat ik steeds vaker tussen de mannen meekom en ook op het ijs gaat het heel goed.”
In het beloftepeloton was hij een van de mannen die in de gaten werden gehouden, wist hij. “Best veel mensen zeiden tegen me dat ik heel sterk was en dat ik gewoon ging winnen, maar je moet het wel nog even doen. Ik ben blij dat ik het zo af heb kunnen maken.” Zelf had hij echter ook zijn ogen gericht op enkele sterke concurrenten. “Toen ik Bram (Kras, red.) zag rijden, wist ik dat hem niet moest laten gaan. Hij is supersterk, dus ik sprong mee. Gelukkig kwamen er nog een paar jongens bij. In de finale merkte ik dat ik over had en ging ik er gewoon voor.”