In de nieuwe regels ligt de verantwoordelijkheid voor een goede inhaalactie bij de inhalende rijder, totdat deze naast de ingehaalde schaatser komt. Voor een goede inhaalactie hoef je dus niet meer voor de andere schaatser de bocht in te gaan. In de praktijk betekent het dat een rijder ter verdediging de ‘deur’ niet meer  mag dicht gooien, wanneer hij/zij aan de binnenzijde wordt gepasseerd. Een schaatser kan daardoor makkelijker gebruik maken van de ruimte die aan de binnenzijde ontstaat als de concurrent de bocht wijder aansnijdt.

Daarnaast vervalt de term ‘cross-track’. Het afwijken van de lijn wordt alleen nog als strafbaar beschouwd wanneer er lichamelijk contact optreedt tussen beide schaatsers. De overtreding valt dan onder de tem ‘impeding’.

Met deze wijzigingen wil de ISU stimuleren dat er meer inhaalacties komen tijdens de races. Nu komt het voornamelijk op de 500 meter regelmatig voor dat, in een sterk startveld, de volgorde van de rijders in de eerste bocht bepalend is voor de volgorde op de finish. Voor een rijder in vierde positie die meer snelheid heeft, is het plaatsen van een passeerbeweging bijna onmogelijk. Of de schaatser moet in één keer van de vierde naar de eerste plaats opschuiven, wat zeer lastig is op topsnelheid. De nieuwe regels moeten hier verandering in brengen.

De term ‘diskwalificatie’ komt vanaf komend seizoen te vervallen en wordt vervangen door de term ‘penalty’. Ook voor de startprocedure is een kleine -maar belangrijke - wijziging. Bij een valpartij, veroorzaakt door het hinderen van een andere rijder, direct na de start voor het kopblok van de eerste bocht, moet de starter de rit afschieten en wordt er opnieuw gestart. In de oude regel was opgenomen dat de starter mag afschieten.

Met dank aan Daan Brand en Gialt Biesma