Knegt had in de finale een mannetje mee, ook Niels Kerstholt wist door te dringen tot de race om de medailles. Afspraken om samen te rijden waren niet gemaakt. Toch was in het begin van de race het oranje/blauw van beide mannen vooraan te bewonderen. “We wilden allebei op kop zitten. Als die twee Koreanen er dan omheen komen, dan kan je gelijk aansluiten”, aldus Knegt.

Halverwege de race zat de 22-jarige Fries vast op vierde positie, achter de twee Zuid-Koreaanse mannen Jinkyu Noh en Yoon-Gy Kwak en de Amerikaan J.R. Celski. Het vizier gericht op een medaille, maar Knegt kon geen kant op. “Ik kon geen actie maken. Dan moest ik er gelijk twee voorbij en dat is niet te doen op die snelheid. Dan moet je wachten. Als er twee voor je gaan vechten kun je profiteren”, keek Knegt terug op zijn race. Een gewiekste Celski nam echter geen risico meer en verzekerde zich achter winnaar Noh van het brons

Meer dan een vierde plaats zat er dus niet in voor de behendige Nederlander. “Ik schaatste makkelijk, hoefde er weinig moeite voor te doen. Maar als je niet kan inhalen, dan heb je er weinig aan.” De stap naar het podium acht Knegt zeker mogelijk. “Het treintje van twee Koreanen moet worden doorbroken. Als je dat kan, dan kom je zeker verder.”

Met de vierde plaats op de 1500 meter en de zesde plaats zaterdag op de 1000 meter kent Knegt een mooie start van het wereldbekerseizoen. “Ik ben sterker geworden en kan makkelijker inhalen op hoge snelheid”, constateert Knegt, die vorig seizoen op de 1000 meter voor het eerst een individuele medaille in de wereldbeker won, tevreden. Niels Kerstholt eindigde in de finalerace als zevende.