Voor de selectie voor de Winterspelen is de KNSB afhankelijk van de internationale kwalificatieregels van het IOC en de ISU. Maximaal kunnen zich via de World Cups drie rijders per afstand plaatsen voor de Spelen en voor elk scenario - één, twee of drie geselecteerden - heeft de KNSB een aparte selectieopzet gekozen.
Bij drie startplaatsen zijn er twee rijders op basis van hun plaats in de World Cup-ranking geplaatst en bij twee startbewijzen is dat het geval voor één rijder. Als er maar één startbewijs is behaald, bepaalt de directeur sport van de KNSB, Arie Koops, op basis van het advies van de selectiecommissie shorttrack wie er naar Sotsji wordt afgevaardigd. In ieder scenario is er dus sowieso één aanwijsplaats.
Voor de shorttrackers gaat het seizoen vroeg van start met de time trials op 28 augustus, aan de vooravond van de Invitation Cup. Die internationale wedstrijd in Thialf is van belang omdat daar plekken voor de World Cups te verdienen zijn. De World Cups dienen op hun beurt als selectiewedstrijden voor de Olympische Spelen in Sotsji.
Voor het EK (17-19 januari) en het WK (14-16 maart 2014) is het Nederlands Kampioenschap op 4 en 5 januari van belang als selectiemoment, evenals de time trials op 2 januari. Voor het WK tellen ook het EK en de Olympische Spelen mee.
Een verschil met de selectienormen van voorgaande jaren is dat er dit seizoen geen mogelijkheid bestaat om al een plek in de voorselectie voor de eerste twee World Cups van volgend seizoen te behalen. Die paragraaf is met ingang van dit seizoen uit de selectienormen geschrapt.
De selectiedocumenten voor zowel senioren als junioren zijn te vinden op de website van de KNSB.