Een sprinttoernooi is een extreem lastige cocktail van het uiterste uit je lichaam persen en tegelijkertijd de controle behouden. Wie fouten maakt is gezien en wie zich inhoudt ook. “Daarom leef je er anders naartoe dan naar een losse wedstrijd”, zegt Schipper.

Anders dan bij wereldbekerwedstrijden krijg je geen tweede kansen. Vanaf de eerste afstand moet het raak zijn. Daarom hebben de sprinters altijd hetzelfde riedeltje paraat: ‘ik moet vier goede races rijden’.

Ook de sprinter van beslist.nl ligt die zin op de lippen bestorven, al lijkt het op de sprint nagenoeg onmogelijk. Er zitten tenslotte altijd wel een paar missertjes tussen. Dat bevestigt Schipper. “Je kan wel vier ritten zonder echte fouten rijden, maar geen vier perfecte ritten.”

Dat is het onderscheid: foutjes kan je niet voorkomen, regelrechte missers zijn in een sprinttoernooi niet op te vangen. Het is tegelijkertijd niet de bedoeling om de nadruk op risicobeperking te leggen. “Als je te gecontroleerd gaat rijden, ga je misschien niet snel genoeg.”

Als Schipper de balans kan vinden tussen volle bak en weinig fouten dan kan hij zich fiks verbeteren ten opzichte van zijn eerste WK Sprint. Toen, drie jaar geleden debuteerde Schipper in Calgary. Hij kwam er niet verder dan een achttiende plek. Dat was een mager resultaat, vond hij.  “Ik was in de training veel beter, maar ik was een beetje nerveus. Ik had ook een andere aanloop dan nu. Ik reed toen helemaal geen World Cups ervoor, had me alleen voor het WK Sprint geplaatst.”

Nu, drie jaar ouder en wijzer, gaat hij voor een betere klassering. “Dat was mijn eerste WK. Nu heb ik een andere ploeg, meer ervaring”, zegt hij. “En ik denk dat ik er beter voor sta dan toen.” 

Schipper heeft het idee dat hij sinds dat WK in Calgary normaal is doorgegroeid. Dat hij in de tussentijd geen internationale titeltoernooien reed doet daar niets aan af. “Het jaar erna werd ik in Heerenveen bij de World Cup in november nog vierde op de 1000 meter. Ik was in het olympisch seizoen ook gewoon goed.”

Omdat de rest van de schaatsers op weg naar Sotsji ook flink verbeterden, viel Schippers ontwikkeling niet zo op. “Ik heb altijd wel een goed niveau gehad, maar nu is het weer een stukje beter.”

En dat wil Schipper maar wat graag aan de wereld tonen. “Ik wil hier laten zien wat ik kan”, zegt hij. Wat dat betekent aan het eind van het toernooi, als het klassement wordt opgemaakt, durft de 26-jarige sprinter niet te zeggen. “Ik wil niet over het resultaat nadenken, dat heb ik voor het NK Sprint ook niet gedaan”, zegt hij.

Maar helemaal zonder hoop op een mooie uitslag is hij niet. “Ik heb medaillekandidaten thuisgelaten”, verwijst hij naar Kjeld Nuis en Stefan Groothuis, die hij op het KPN NK Sprint versloeg. “Meer durf ik niet te zeggen. Pavel Kuluzhnikov en Hein Otterspeer stijgen boven de rest uit.”