"Er is overduidelijk een teneur voelbaar dat buitenschaatsen veel leuker is dan binnenschaatsen en ik vraag me af waar dat mee te maken heeft. Komt het misschien door een natuurlijke hang naar nostalgie of was schaatsen vroeger daadwerkelijk zoveel leuker? Buitenschaatsen is in ieder geval minder voorspelbaar omdat je te maken hebt met onverwachte weersinvloeden. Daarentegen is binnenschaatsen, hoe je het ook wendt of keert, meer kil en klinisch juist vanwege de kunstmatig gecreëerde gelijke omstandigheden", schrijft Schenk in zijn column in De Telegraaf.

Als lid van de technische commissie van de ISU heeft Schenk in het verleden misschien teveel de nadruk gelegd op het schaatsen op indoorbanen. "Ik heb me altijd hard gemaakt voor gelijke omstandigheden voor de schaatsers, maar ik begin nu alsnog te twijfelen of we de sport met die gedachte wel op het goede spoor hebben gezet. Na ’92 kon een stad nog slechts de Olympische Spelen organiseren mits er een overdekte ijshal was voor de schaatswedstrijden. Daarmee is de schaatssport een bepaalde richting ingeslagen waarbij alles controleerbaar moet zijn. Echter,de toeschouwers lijken iets anders te willen. Die willen emotie, spanning, heroïek, dramatiek, onvoorspelbaarheid en herkenbaarheid."

Lees de volledige column van Ard Schenk in de online versie van De Telegraaf.