'Onbekende Fries benoemd als voorzitter KNSB’ kopt de Leeuwarder Courant in 2016. Zonder bestuurlijke ervaring in de sport is Pieter de Kroon in de top van de schaatsbond beland. Een vriend stuurt hem de advertentie op, waarin de KNSB een voorzitter voor de nieuwe raad van toezicht zoekt. “Deze functie is jou op het lijf geschreven, zei hij, want je houdt van schaatsen, besturen en toezichthouden”, vertelt De Kroon thuis in Wijnjewoude.
De zeventiger die ooit begon als maatschappelijk werker heeft een lange loopbaan achter de rug als bestuurder in de (gehandicapten)zorg en als toezichthouder, onder meer bij Rabobank Drachten. Belangrijkste wapenfeit: het reanimeren van Vanboeijen, een organisatie die zorg levert voor mensen met een verstandelijke beperking. De Kroon krijgt de doodzieke boel weer op de rit, met name dankzij het prijswinnende project ‘regie op locatie’, waarbij consequent gewerkt wordt vanuit het belang van (ouders van) cliënten en medewerkers.
Het schaatsen zit hem in het bloed. Pieter wordt in 1951 geboren in het Friese dorp Ried, dat langs het parkoers van de Elfstedentocht ligt. Hij zal De Tocht zelf drie keer als toerrijder voltooien. Tot zijn negentiende schaatst hij wedstrijden, vooral kortebaan. “Ik heb nog tegen Lieuwe de Boer gereden.” Als hij de vijftig is gepasseerd, keert hij terug op de ijsbaan. Door een collega gestrikt voor de wintertriathlon in Assen gaat hij trainen bij De Skeuvellopers. Sindsdien rijdt de Fries marathons bij de masters, met Kardinge als thuisbaan. “Vorig seizoen heb ik vanwege een blessure niet meegedaan, komende winter wil ik het wel weer proberen.”
Zijn liefde voor de sport is groot. Maar in de schaatswereld is hij een grote onbekende als de KNSB in 2016 een RvT-voorzitter zoekt. Twee passies, schaatsen en toezichthouden, komen dan voor hem samen. “Ik raakte enthousiast, heb gesolliciteerd en werd aangenomen.”
Het zijn roerige tijden bij de KNSB als De Kroon daar begint. De schaatsbond heeft financiële problemen, moet reorganiseren. Binnen de bond, met zijn vele geledingen, heerst veel wantrouwen. Het bestuur ligt in de clinch met commerciële topteams en gewesten. Er dreigt zelfs een rijdersstaking, vanwege een korting op de premiepot. Elk conflict wordt breed uitgemeten in de pers.
De invoering van een nieuwe bestuursstructuur moet helpen de KNSB toekomstbestendig te maken. Dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. De Kroon heeft dit ooit vergeleken met de complexe verbouwing van een oud huis: “Als je de vloer eruit sloopt, kom je een heleboel stof en rotzooi tegen. Daar moet je dan doorheen, tanden op elkaar en doorbijten, maar dat lukt omdat je voor ogen hebt hoe mooi het kan worden.” Precies zo gaat hij te werk bij de KNSB, samen met zijn collega’s in de RvT en met die deels nieuwe partners, waaronder de Ledenraad en de directeur-bestuurder. Kern van zijn aanpak: goed luisteren naar betrokkenen en zo een koers bepalen die het beste brengt voor de sport.
“Bij Vanboeijen draaide het om de vraag: wat is goed voor de cliënten en onze medewerkers? We maakten beleid op basis van drie pijlers: goed leven, mooi werk, financieel gezond.” Binnen de schaatswereld gaat het niet veel anders. Daar moet het beleid leiden tot het beste voor topschaatsers én recreanten, commerciële teams én de verenigingen, vrijwilligers én KNSB-medewerkers op het bondsbureau.
De RvT-voorzitter zet er zijn tanden in en doet dat met een helder motto: Samen voor het schaatsen en skaten. “Ik hoorde dat tijdens mijn sollicitatie van Jochem Uytdehaage en vond het een fantastisch motto. Samen voor het schaatsen, dat is ons vertrekpunt geweest.” Dat klinkt mooi, maar hij begint in 2016 aan een weg vol hobbels, kuilen en beren.
De Kroon zit vergaderingen voor en verricht ook ceremoniële taken. Veel meer werk verricht hij achter de schermen. Hij luistert naar mensen uit alle geledingen van de schaatssport, ook als ze helemaal leeglopen over die verrekte KNSB. “Dat is niet altijd even leuk. Maar zorg dat je met hen in gesprek blijft en kijk welke toegevoegde waarde ze kunnen hebben voor je beleid.”
De schaatswereld is complex, ontdekt hij. De Kroon grijpt hard in als dat nodig is en masseert waar dat kan. Hij zou hierover vele anekdotes kunnen vertellen, maar wil niemand beschadigen en is ook wars van borstklopperij. Duidelijk zichtbaar is wel dat het gaandeweg beter gaat bij de KNSB. De sfeer verandert, het wantrouwen verdwijnt, er komt een eind aan alle gedoe en de bond wordt weer financieel gezond.
Dat alles is natuurlijk bereikt onder leiding van de directeur-bestuurder en het managementteam van de KNSB, die hier samen met medewerkers en de vele vrijwilligers binnen de bond hard aan gewerkt hebben. Maar vanuit zijn toezichthoudende rol heeft De Kroon aan die omslag zeker een serieuze bijdrage geleverd.
Vroeger stond de KNSB-directeur en/of -voorzitter om de haverklap in de krant en zelden positief. Nu weten, bij gebrek aan mediarellen, alleen insiders wie de scepter zwaait bij de schaatsbond. Wat dat zegt? “Dat we erin geslaagd zijn om de sport weer voorop te krijgen, in plaats van het bestuurlijk gedoe. Het draait om het schaatsen en de schaatsers, niet om de bestuurders.”
Pieter de Kroon is een kind van de jaren 60. Zijn moeder zette zich via de SDAP (voorloper van de PvdA) in voor mensen die het minder hadden. Als pake van vier kleinkinderen maakt De Kroon zich nu sterk voor een leefbaarder wereld. Analoog aan zijn (vrijwilligers)werk bij de KNSB is hij voorzitter van de Coöperatie Wijnjewoude Energieneutraal (WEN), die het dorp in 2025 geheel energieneutraal wil maken.
Door energie te besparen en zelf zonne-energie op te wekken, voorzien de tweeduizend inwoners nu al in hun eigen elektriciteit. Om ook van het aardgas af te kunnen, staat een mestvergister gepland, die groen gas uit koeienmest haalt. De komst van deze installatie leidt in het dorp sinds 2019 tot verzet. Praten lukt niet meer, De Kroon krijgt zelfs te maken met bedreigingen. “Dat was echt een grote teleurstelling.”
WEN laat zich echter niet uit het veld slaan en de finish komt in zicht. Eind 2026 zou de mestvergister kunnen draaien, dan is Wijnjewoude het eerste energieneutrale dorp in Nederland. “Ons uitgangspunt is ‘moedig voorwaarts’ vasthouden aan je doel. Liefst blijf je met elkaar in gesprek, maar helaas kun je het niet voor iedereen goed doen.”
Herkenbaar? “Ja, dat is soms ook in het schaatsen zo. Belangrijk is wel dat je er altijd alles aan hebt gedaan om iedereen mee te krijgen.”
Zijn laatste vergadering met de Raad van Toezicht heeft De Kroon al gehad, deze zaterdag is de laatste meeting met de Ledenraad van de KNSB. Hij kijkt er naar uit om nog één keer samen na te denken over de toekomst van het schaatsen en inlineskaten. Na drie keer drie jaar zit zijn maximale periode bij de RvT erop. Hij heeft met veel enthousiaste mensen samengewerkt en neemt met een goed gevoel afscheid.
“Besturen is mooi om te doen, toezichthouden ook. Maar de sport geeft het een extra dimensie. Waarom? Binnen de sport heeft iedereen een enorme passie voor het schaatsen en/ of skaten. Dat herken ik. Ik denk bijvoorbeeld aan de Hollands Venetiëtocht in Giethoorn, waar ik in 2012 als master aan meedeed. Na een lange kluunstrook brak het peloton in drieën, waarna ik in de achterste groep belandde. We gingen eensgezind in de achtervolging. Kop over kop. Het liep gesmeerd, geweldig was dat, machtig mooi! Als je mensen vraagt wat schaatsen voor hen betekent, komen dit soort verhalen naar boven. Voor iedereen is die passie anders, maar de verhalen zijn alle warm gekleurd.”
Zijn opvolger bij de RvT Marc ter Haar kreeg, in plaats van een voorzittershamer, twee sleutels cadeau. De eerste is een tag van De Vechtsebanen in Utrecht, die toegang geeft tot het bondsbureau, de medewerkers en alle procedures. De tweede is een oude sleutel, als symbolisch gebaar. “Ik hoop dat Marc hiermee het ecosysteem van de schaats- en skatesport kan ontdekken, zowel top- als breedtesport, inclusief alle mensen die daaraan op hun manier een bijdrage leveren. Met elkaar, samen voor het schaatsen.”
Of hij ook nog een boodschap aan die mensen heeft? “Blijf werken vanuit je liefde voor de mensen en de sport, dat is het belangrijkst. Ik heb een mooie tijd gehad en ben mijn vriend dankbaar dat hij me indertijd die advertentie heeft opgestuurd. Ik ben blij dat ik dit alles niet heb hoeven missen.”