“Ik had dit niet aan zien komen”, geeft Rotteveel toe. “Ik had veel meer van de vijf kilometer verwacht. De 1500 meter liep in de voorbereiding niet eens zo goed. Ik wist dat ik deze 1500 net iets anders moest doen dan in de trainingswedstrijden.”
De belangrijkste les die Rotteveel uit het voorseizoen had geleerd was dat hij vooral niet te gehaast moest starten. “Nu bewaarde ik de rust, maar ik reed toch een snelle eerste ronde.” Daarbij had hij in de zomer al gemerkt dat zijn vorm alsmaar beter werd. “Ik was fris. De zomertrainingen waren heel goed gegaan.”
Met zijn optreden op de mijl voldeed hij aan zijn eigen ambitie: een plek in de Essent World Cup. “Daar gaat het altijd om bij de NK Afstanden.” Het is de eerste keer dat Rotteveel een startbewijs voor de wereldbeker verovert. In 2010 stond hij reserve, maar toen hij die plek zou mogen innemen was hij ziek en verscheen Rhian Ket aan de start.
Vorig seizoen kwam hij niet in de buurt van de Essent World Cup-plaatsen en ook het Essent ISU EK en WK Allround ging aan zijn neus voorbij. Hij kreeg na zijn matige seizoen geen aanbiedingen van andere ploegen, maar mocht wel verder gaan bij de sponsorloze formatie van Jan van Veen.
In dat team zijn Marrit Leenstra en Koen Verweij de blikvangers. Rotteveel opereerde in hun schaduw. Maar zijn rit op de mijl geeft hem vertrouwen dat hij uit de schaduw kan komen. “Ik ben nog niet van het kaliber van Marrit en Koen, maar dat wil ik nu op de 1500 meter wel bereiken.”