De jongste rijder van Team LottoNL-Jumbo kijkt erg uit naar het KPN NK in Thialf. "Allrounden vind ik het leukste om te doen", benadrukt hij. En met het ontbreken van mannen als Kramer, Bergsma en ook Wouter olde Heuvel, kan Roest meedoen om de medailles.

Om voor het podium te rijden moet hij met name aan zijn vijf kilometer schaven, denkt hij. "Op de 500 en 1500 pak ik de meeste winst ten opzichte van de anderen, maar op de vijf kilometer zal ik tijd verliezen. Dat moet ik zien te beperken."

Het doel van het weekend, zo heeft Roest zichzelf ingeprent, is het rijden van vier goede races. Dat is het aloude mantra van de allrounder, maar tegelijkertijd hoopt de twintigjarige wel degelijk op hard resultaat. Hij mikt op de ISU World Cup in Stavanger. Daar zullen drie allrounders strijden om het laatste ticket voor het WK.

Nog geen twee weken geleden was Roest al dicht bij deelname aan het EK in Minsk. Hij was daar als reserve en zag hoe zijn ploeggenoot Douwe de Vries zich na twee tegenvallende afstanden ziek afmeldde voor de tweede dag. 

De Vries verzuchtte toen dat hij eigenlijk beter zijn jongere trainingsmaat had kunnen laten starten. Roest neemt het hem niet kwalijk dat dat niet gebeurd was. "Je weet dat als je je negentig procent voelt dat je toch graag wil rijden. Ik begreep wel dat hij wilde starten."

Ook al kwam Roest zelf niet in actie, het beviel hem wel om erbij te zijn in Minsk. "Het was voor mij het eerst om bij zoiets te zijn en ik heb mooi kunnen meetrainen."

Roest is nuchter onder de dingen die hem dit seizoen overkomen. Hij weet dat de stap van de junioren, vorig seizoen werd hij nog wereldkampioen, naar de senioren niet eenvoudig is en telt zijn zegeningen. "Het is een lastige stap, maar ik ben wel blij dat ik tenminste twee World Cups heb kunnen rijden."

Hij is realistisch over zijn kansen in het seniorenveld en heeft geen moeite om om te schakelen. Als junior gold hij waar hij aan de start verscheen als favoriet. Nu moet hij hopen op een plekje. "Het liefst wil je natuurlijk alles rijden, maar het niveau in Nederland is zo hoog."

Daarbij is de beleving van het wedstrijdseizoen heel anders dan wat hij tot vorig jaar gewend was. "Bij de junioren was de druk om je voor toernooien te plaatsen veel minder hoog. Als je dat eenmaal had gedaan dan was het voor het hele seizoen in orde. Nu moet je telkens opnieuw."

Ook was hij bij de junioren een echte veelvraat. Hij reed alle afstanden, van 500 tot 5000 meter en op elke afstand was hij vaste podiumklant. "Ik rijd het liefst nog steeds alle afstanden, zoals in een allroundtoernooi. Maar dat is niet mogelijk en dus mik ik met name op twee afstanden."

In die omschakeling van junior naar senior heeft Roest steun van zijn ploeggenoten. Ervaren mannen als Kramer nemen hem onder hun hoede. "In het begin moest ik wel even wennen om met zulke mannen in de ploeg te zitten." vertelt hij. "Maar dat duurde niet lang en ik leer heel veel van ze"

De tips die hij van zijn collega's krijgt neemt hij serieus. En andersom? Hij zal nog niet zo snel een oudere ploeggenoot aanspreken op een foutje of een verbeterpunt. "Daar waag ik me nog maar niet aan", lacht hij. "Die mannen hebben genoeg ervaring."