Toch had De Vries het in de trainingsweken voorafgaand aan de wereldbeker in Calgary wel kunnen zien aankomen. De trainingsrondjes op het snelle ijs van de Olympic Oval gingen als maar harder. Tijden die ze nog nooit eerder op de klok had gezet. Maar zelfvertrouwen, daar ontbreekt het nog wel eens aan.

In de aflossingsfinale zondag was daar weinig van te merken. De Vries verving Jorien ter Mors, die zich bij de start van de 500 meter aan haar lies had geblesseerd. In een race waarin de Zuid-Koreaanse vrouwen naar een wereldrecord snelden en Nederland de enige ploeg was die kon volgen, had ze niet in de gaten dat het zo hard ging.

“Het voelde heel ontspannen. Het verraste me al dat die Hongaarse vrouwen niet eens mee konden”, aldus De Vries, die met de ploeg naar het zilver en een Nederlands record schaatste. “We hebben een mooi team met vier sterke meiden en nu kom ik er ook aan.”

De Vries, die in Calgary pas haar tweede individuele notering in de top acht neerzette, wijt haar succes in de eerste wereldbeker vooral aan het sleutelen aan haar materiaal en schaatstechniek. Zo verving ze haar schaatsschoenen en ijzers. “Ik kan veel meer hangen in de bocht. Vaak was ik een beetje bangig. Soms vergeet ik het even en dan merk ik dat ik gelijk stil sta. Als ik ‘m plat gooi kan ik zoveel meer snelheid maken.”

Vijf vrouwen stonden in Calgary in A- en B-finales en er waren drie individuele medailles voor Suzanne Schulting en Yara van Kerkhof. Het zorgde voor een positieve sfeer in de ploeg. “Je wordt meegetrokken in het succes van de anderen. Met de dames zijn we het niveau flink aan het opkrikken”, zo stelt De Vries.