Na het seizoen volgde de uitnodiging om aspirant-lid te worden van de Nederlandse ploeg - ditmaal niet onverwachts. Inmiddels begint het te wennen. “Je bent eigenlijk de hele dag met je sport bezig. Aan de ene kant heb ik minder vrijheid omdat ik de trainingen niet meer zelf in kan delen. Maar trainen met de groep is fijner”, aldus De Vries. “Je zit meer in een ritme en je kunt nog een stap verder, dieper gaan, dan je denkt.”
De 21-jarige schaatsster, die pas drie jaar geleden overstapte van langebaan naar shorttrack, krijgt veel steun van haar ploeggenotes. “Zij hebben zoveel meer ervaring. Ik ga elke training volle bak en denk nog niet na over de volgende training en het herstel. Ze helpen me om minder te doen als het teveel wordt of met de kleine dingetjes. Dat ik hersteldrankjes moet nemen en wat ik in mijn bidon moet doen tijdens het trainen.”
Geen moment had ze bij de start van het shorttrackseizoen rekening gehouden met een plekje in het keurkorps van bondscoach Jeroen Otter. “Soms is het nog een beetje onwerkelijk”, vindt de shorttrackster. De start van het seizoen was geen indicatie. De Vries vond haar naam na de International Invitation Cup in Heerenveen in het eerste weekend van oktober terug in de onderste regionen.
Doordat haar trainingsmaatjes Jorrit Oosten en Hilda Wijnja werden gevraagd om mee te trainen bij de opleidingsploeg, was De Vries op zichzelf aangewezen in de Friese selectie. “Ik was de oudste en schaatste met C-junioren. Ik moest veel alleen doen”, vertelt De Vries, die hulp kreeg van haar trainer Henk Bos. “Hij is met me mee gaan schaatsen, zodat ik een trainingsmaatje had.”
Begin november reisde de Friezin af naar het Italiaanse Bormio voor de Valtelina Trophy. De Vries was bang dat ze maar drie keer zou mogen rijden, door het gehanteerde afvalsysteem. Het liep anders. Met een tweede plaats in de superfinale eindigde ze als vijfde tussen rijders uit het wereldbekercircuit. “Ik had geen idee wie die meiden waren. Ja, ze hadden een landenpak aan.”
Voor De Vries was Bormio een omslagpunt. “Alles klopte in die wedstrijd. Het was het moment waarop ik dacht ‘Ik kan dus veel meer’. Vanaf toen ben ik er nog meer voor gegaan.” Bovendien voldeed ze met 45,950 seconden, bijna twee seconden onder haar persoonlijke record, aan de gestelde wereldbekerlimiet. Een tijd die haar voor het eerst in beeld bracht bij de begeleiders van de Nederlandse ploeg.
De tactische kant maakt de sport voor De Vries aantrekkelijk. “Als ze helemaal van achteren binnendoor en buitenom passeren, dat is mooi om te zien.” Tegelijkertijd is het voor de voormalig langebaanschaatsster het moeilijkste dat er is. “Soms weet ik niet hoe ik er langs moet komen. Die ervaring mis ik nog. Op de langebaan rij je alleen. Je hoeft nooit met iemand rekening te houden. Op de marathon heb je dat spelletje wel een beetje, maar daar laten ze je er sneller tussen. Bij shorttrack is dat echt anders.”
Voor De Vries is veel nieuw deze zomer. “We doen aan inline-skaten, baanwielrennen en krachttrainen. Het is gevarieerder, maar ook zwaarder.” Na vier weken trainen op het zomerijs in Thialf kijkt ze uit naar het echte werk op de shorttrackbaan tijdens het trainingskamp in Bormio. “Daar heb ik zin in. Ik ga weer terug naar waar het voor mij begon.”