Wanneer Patricia Koot dinsdagochtend de telefoon opneemt, ligt ze in bed in haar ouderlijk huis in het Zuid-Hollandse Sassenheim. “Ik heb veel pijn aan mijn been, van de andere wonden op mijn lichaam heb ik gelukkig weinig last.” Sinds de operatie aan haar knieschijf draagt ze een brace, zodat het gewricht niet kan buigen. Bij elke stap die ze zet is ze afhankelijk. Gelukkig willen haar ouders haar met alle liefde helpen. Aan de telefoon doet ze moeiteloos haar verhaal, al moet ze na het gesprek wel even bijkomen van de inspanning. De val van vrijdag en de operatie die volgde, hebben volop impact op de twintigjarige rijdster.
Ter voorbereiding op het Open Nederlands Kampioenschap in Hallum sprong de Sassenheimse vrijdagmiddag op de fiets. In Sintjohannesga ging het mis. Een automobilist die het fietspad kruiste zag Koot over het hoofd. “Ineens was die auto voor me. Ik had geen tijd om te reageren. Ik klapte vol op de motorkap en vloog er aan de andere kant weer af. Mijn fiets landde in twee of drie stukken verderop.” Gelijk schoot het ONK door de gedachten van Koot. “Ik ben nog nooit zo hard op mijn hoofd gevallen en was ervan overtuigd dat ik een hersenschudding zou hebben.” Haar helm bleek haar redding te zijn. Ondertussen kwamen verschillende mensen naar haar toegesneld om te helpen. “Ik bleef roepen dat mijn been zoveel pijn deed. Van de rest van mijn lichaam had ik op dat moment geen last.”
Het ambulancepersoneel trok vrij snel de conclusie dat Koot een breuk in haar knieschijf had. “Ik vroeg aan de ambulanceverpleegkundige hoe groot de schade was. ‘Wil je dat we eerlijk zijn?’, zei hij. Liever wel, dan kan ik me erop voorbereiden. Anders is de klap straks groter, reageerde ik.” In het ziekenhuis werd de diagnose bevestigd en kreeg Koot te horen dat ze snel geopereerd zou worden. Waar de pijnstillers voor de operatie volop hun werk deden, moest Koot even flink op haar tanden bijten na de ingreep. “Ik had zó veel pijn. Ik telde de minuten af totdat mijn paracetamol zou werken, maar die hielp onvoldoende. Gelukkig kreeg ik later meer pijnstilling.”
Na een nachtje in het ziekenhuis kwamen haar ouders Koot zaterdagmiddag ophalen. De komende weken slijt ze haar uren in bed. “Het is nog lastig in te schatten hoe het verder gaat. De verwachting is dat ik over drie tot zes maanden weer normaal kan functioneren. Het duurt nog langer voordat ik volop kan sporten.”
Waar Koot eerst frustratie voelde – ‘Op Google Maps zag ik dat het een heel open gebied was, waarom zag die chauffeur mij niet?’ – is er nu ruimte voor acceptatie. Ze bekijkt het herstel stap voor stap. “Toen ik hoorde dat ik mijn knieschijf gebroken had, dacht ik gelijk aan het sporten. Nu ben ik al blij als ik kan lopen en minder afhankelijk ben van mijn moeder.”
Het zijn ieniemienie stapjes voor een schaatsster die net de wind weer in de rug had. Vorig jaar stapte ze over naar Development Team Fryslân en verruilde ze Sassenheim voor Heerenveen. Hoewel ze in een sterk team terechtkwam, kon ze er niet aarden. Ze verloor zelfs het plezier in het schaatsen. “Ik was heel blij met mijn transfer naar Puur ICT-BTZ dit voorjaar. Elke week ging het beter, ook mentaal. Daarbij had ik veel plezier in het skeeleren met Habovo. Ineens stond ik weer op het podium, terwijl ik in de winter amper vooruitkwam.”
Omdat ze zo’n slecht seizoen achter de rug had, besloot Koot deze zomer niet te mikken op de inlineprijzen, maar te focussen op winter. “Ik wilde er alles aan doen om goed te zijn op het ijs. Het is enorm balen dat ik opnieuw de winter kan vergeten. Ik hoop dit seizoen te schaatsen, maar mag na zo’n ongeluk niet te veel van mezelf verwachten. Dit zet een streep door al mijn plannen.” Gelukkig kan de studente ergotherapie de komende maanden rekenen op de steun van haar ouders, vriend Jorian ten Cate en haar ploeggenotes, die al veelvuldig hebben aangegeven te willen helpen waar mogelijk.