Direct na de start ging het mis voor de 22-jarige shorttracker. Hij kwam in botsing met Bas Boelsma. “Ik tikte zijn schaats aan. Eerst had ik niet eens door dat ik de punt van mijn ijzer miste. Maar ja, met een kapot mes mag je niet verder.” Omdat ook Boelsma een grote hap uit zijn schaats miste, legde de scheidsrechter de rit stil.
Dat hij niet kon deelnemen aan de herstart van de race, daar besteedde Knegt weinig aandacht aan. Er spookte op dat moment maar één ding door zijn hoofd. De Fries had ’s ochtends namelijk verzuimd om zijn reservemessen in te pakken. “Schaatsen uit en snel de auto in. Het wordt krap, maar ik denk dat ik net kan halen.”
En dus racete Knegt – wedstrijdpak nog aan – tussen de ritten door even op en neer naar Bantega, de klok strak in het vizier. Drie minuten hield de Fries uiteindelijk over. Tijd waarin nog wel even zijn nieuwe ijzer moest worden gemonteerd. “Laat we het erop houden dat ik te hard gereden heb”, keek een nuchtere Knegt terug.“Gelukkig was het redelijk rustig op de weg.”
Voor Knegt was het de eerste keer dat hij tijdens de wedstrijd te maken kreeg met een breuk in zijn ijzers. “Dit heb ik nooit eerder gehad. Natuurlijk moet je je reservemessen bij je hebben. Dit had niet mogen gebeuren”, zocht hij de fout bij zichzelf.
Na het missen van de finale op de 1500 meter, deed de regerend Nederlands kampioen op de andere afstanden gewoon wat hij moest doen. Op de 1000 meter verzekerde hij zich van een finaleplaats, op de 500 meter van de halve finales.
De 22-jarige Fries weet dat hij zondag na de finale op de 1500 meter tegen een fikse achterstand aan kijkt. Niels Kerstholt en Freek van der Wart kunnen op die afstand hun slag slaan. Toch zijn de kansen op de titel zijn nog niet verkeken, zo oordeelt Knegt. “Ik zal morgen heel erg mijn best moeten doen, maar niks is onmogelijk. Ik heb het nog niet opgegeven.”