’’Vandaag was het zover: de wedstrijd waarvoor ik ben afgereisd naar Kazachstan. Het ging niet helemaal zoals ik gehoopt had, maar dat has veel te maken met de nacht ervoor. Die was, net als een aantal nachten ervoor, niet al te best. Ik weet het, begint een beetje een jankexcuus te worden, maar ik slaap echt waardeloos en daar baal ik goed van. Waar ik ook ben, ik slaap altijd al voor mijn hoofd m’n kussen raakt, behalve hier dus.’’

’’Gevolg was dat ik er na vijf uur slaap niet al te veel vertrouwen in had. Ik ben de race ingegaan met een idee van ’ik zie wel’. Het begin was best lekker. Ik ging weg op rondjes 31.3, maar zat er al snel onder, op 30.6. Dat kon ik lang volhouden, maar uiteindelijk liep het op naar 32.0 en dat kon ik vasthouden. Mijn tijd van 13.14,47 was niet slecht, maar als ik me honderd procent fris had gevoeld, had ik 13.07, 13.08 kunnen rijden. Daar was ik overigens niet veel mee opgeschoten, aangezien ik met mijn huidige tijd al won in de B-divisie. Maar ik baal er wel van dat ik hier gewoon niet krachtig genoeg was.’’

’’Mijn voorbereiding was trouwens nog wel opmerkelijk. Met Jillert Anema had ik nog doorgenomen dat ik om vijf voor half twaalf startte in de tweede rit van het eerste kwartet. Tien minuten voor die tijd stond ik op het ijs, maar ik moest ongelooflijk nodig plassen. Dat had ik natuurlijk al gedaan, maar door de droge lucht hier drink je meer dan normaal en daardoor moest ik al snel weer. Maar daar was natuurlijk geen tijd meer voor. Was echt ongemakkelijk. Drie minuten voor mijn starttijd komt Jillert weer naar me toe, dit keer met de vraag hoe stressbestendig ik ben. Hij vertelde me dat er een vergissing was en ik in het tweede kwartet moest starten. Hij was redelijk verbaasd toen ik zei dat ik vreselijk blij was. Kon ik toch nog even naar het toilet.’’

’’Ik heb ook nog snel even geïnformeerd hoe mijn ploeggenoten het hadden gedaan in de marathon in Assen. Er waren veel positieve reacties, de jongens reden prima, maar wonnen net niet. Moest ik ook niet te veel aan denken, want dan zou ik alleen maar meer balen dat ik er niet bij was om ze te helpen. Maar dat komt weer.’’

’’Op de terugweg van de ijshal naar het hotel weer een curieus voorval. Ik stapte samen met een andere schaatser in de bus. Geen idee waar hij vandaan kwam, maar we zaten er met z’n tweeën in. De chauffeur stapte in, en ook een andere Kazach. Die liep meteen door naar die andere schaatser en duwde hem een mobieltje in z’n handen. ’Phone for you, for you’, zei hij. Die jongen vond het raar en pakte de telefoon niet aan. Ik had ook zoiets van ’wat is dit?’ Maar die vent bleef volhouden en uiteindelijk pakte hij hem toch over. Hing er gewoon al een prostituee aan de lijn die hem probeerde over te halen even langs te komen. Hoe bizar is dat?’’

’’Later ben ik de stad in gegaan. Gewoon, lekker in m’n eentje. Doe ik graag. Ik houd ervan een stad te verkennen, er doorheen te gaan en de sfeer op te snuiven. Het rare van Astana is dat er eigenlijk niets op te snuiven valt. De stad heeft geen sfeer, geen ziel. Heel raar, heb ik nooit eerder zo ervaren. Viel me nu pas ook op dat Astana niet meer is dan een compleet volgebouwde rechthoek. Een soort voetbalveld vol gebouwen en daar omheen verder niets.’’

’’Ik heb aardig wat in de stad bekeken. Was op de Baiterek Tower, een futuritische toren met een grote gouden bal bovenop, waar vandaan je de hele stad kon overzien. Ik heb ook het enorme winkelcentrum bezocht, met op de bovenste verdieping een strand. Mijn enige gedachte daar was ’belachelijk, dit slaat helemaal nergens op’. Alle grote merken zaten er, en alles was vooral heel duur. Viel me namelijk op dat de prijzen er nog hoger zijn dan in Nederland, en ik denk dat de meeste mensen in Kazachstan dat helemaal niet kunnen betalen. Astana is vooral een stad voor de rijkste inwoners van het land.’’

’’Er was trouwens nog iets opvallends in de stad. Ik zag megagrote schermen met daarop krantenkoppen uit buitenlandse media. En die gingen vooral over armoede in Kazachstan. Meteen daar achteraan kwam de president met een hele promofilm over hoe goed hij die problemen had aangepakt. Zie je dat in Nederland al voor je? Op de Dam in Amsterdam eerst kranten die klagen over het fileprobleem, en Mark Rutte die even vertelt hoe sterk hij dat heeft opgelost. En vervolgens nog even met een grote lach en de duim omhoog het volk aankijken.’’

’’Als ik even snel terugkijk, is dit toch een heel vreemd land, op veel gebieden totaal anders dan Nederland. In een paar dagen heb ik echt bizarre dingen gezien en meegemaakt. Dingen die in ons land ondenkbaar zijn. Toch vind ik het fantastisch dat ik hier ben geweest, had het voor geen goud willen missen. Ik ben echt benieuwd hoe de stad en het land zich in de toekomst ontwikkelen.’’

’’Nu heb ik alles gepakt, ben ik klaar voor vertrek. We worden vannacht om half drie opgepikt. Wordt dus weer een kort nachtje, maar nu maakt dat me echt helemaal niets meer uit. Thuis weet ik al dat ik heerlijk kan slapen. En volgend weekend is alles weer oud en vertrouwd. Dan heet Astana gewoon weer Groningen.’’