Een verstoring in een seizoen is nooit leuk, en dat geldt al helemaal voor een olympisch seizoen. Dus, ja, die periode was wel even spannend. Hoe positief hij normaal gesproken ook is, dat kon Knegt deze keer niet ontkennen. Noodgedwongen miste hij de eerste wedstrijden van het jaar, maar binnen een paar maanden schaatste Knegt (24) alweer tussen de internationale concurrentie. Hij won direct.
Hij lijkt immer onverstoorbaar. Heeft donkere stoppels op de kin en een lichaam dat licht schouderophalen niet vreemd is. Knegt is er een van het type: niet zeuren maar poetsen. Als het hem tegenzit, is dat niet zomaar te zien. Sterker nog, hij liep er al een aantal dagen mee rond voordat hij zijn knieblessure bij de staf meldde. Het bleek ernstiger dan gedacht.
Ook als het op wedstrijdspanning aankomt lijkt Knegt altijd beheerst. "Ik zie zijn koppie vertrekken, hoor het aan zijn manier van praten als er ritten komen waar het echt moet gebeuren. Maar de mensen die verder bij hem vandaan staan zeggen vaak dat ze het knap vinden dat hij geen spanning ervaart", zegt Daan Breeuwsma.
Breeuwsma is al jaren bevriend met Knegt. De twee zijn vaste kamergenoten tijdens trainingskampen en wedstrijden met de nationale selectie. Niet omdat ze allebei Friezen zijn, maar ze willen niet anders. Saamhorigheid troef. Op hun kamer is het altijd netjes, de temperatuur is laag, "een echte vrieskamer", zegt Breeuwsma. En al is het nog vroeg, als de een gaat slapen, doet de ander mee.
Maar als iets de man uit Bantega niet zint, laat hij het merken. Iemand die verzaakt tijdens het trainen bijvoorbeeld, daar heeft Knegt een hekel aan. "Dan krijg je het wel even te horen", zegt Breeuwsma. Of net na een wedstrijd, als de adrenaline nog hoog is en de uitkomst in zijn ogen onrechtvaardig. Op die momenten neemt Knegt nooit een blad voor zijn mond.
Op zijn negende begon hij met schaatsen. Hoewel veel collega's ooit voor de keuze stonden tussen langebaan of een carrière op de binnenbaan in de meer spectaculaire schaatsvariant, was dit voor Knegt nooit het geval. Hij shorttrackt al zijn hele leven. Vier jaar geleden deed hij voor het eerst een langebaantraining, het gevolg van de komst van Jeroen Otter. Nieuwe trainer, nieuwe disciplines.
Knegt is de kleinste van de vier mannen van de aflossingsploeg. Met zijn zeventig kilo is hij de laatste uit de 'drietrapsraket'. De slotrijder die moet worden afgeschoten door Niels Kerstholt, zijn voorganger met een zwaarder lichaamsgewicht. Dat, en zijn bewonderenswaardige wendbaarheid, maakt Knegt tot het wapen van het nationaal team.
Zijn coach Jeroen Otter zegt gekscherend: "hij heeft een soort Alzheimer." Anderen kunnen verontwaardigd rondrijden na een onsportieve actie van een concurrent, Knegt niet. Daarvoor is hij alweer te druk met het creëren van nieuwe kansen. Knegt, nuchter: "Ja, als je erin blijft hangen wordt het sowieso niks."
En wat misschien wel het meest opvalt aan Knegt, is zijn auto. Van alle auto's die regelmatig op het parkeerterrein achter Thialf staan bezit Knegt de échte blikvanger, een oldtimer met een laadbak. Hij bouwde hem zelf op in 1,5 jaar tijd en rijdt er nu al zo'n vijf jaar in rond. Vooral de kleur is ongewoon: lila, je moet ervan houden, maar dat doet hij. Het ouderlijk huis van Knegt is geschilderd in dezelfde tint.
Knegt heeft er een hekel aan om niks te doen. Zijn rustdagen spendeert hij liever in de garage onder zijn ouderlijk huis. Daar wacht nog een auto uit 1966, maar daar wil hij pas na de Olympische Spelen aan beginnen. Het is een flinke klus, ook al doet hij het samen met zijn vader.
Knegt sr. is schilder en neemt het verven voor zijn rekening, zijn zoon is geschoold in het bewerken van metaal. Breeuwsma: "Dan werkt de een aan de voorkant en de ander aan de achterkant van die auto. Ieder houdt zich bezig met zijn eigen gebied, dan gaat het prima. Anders wordt het ruzie."
Tot die tijd richt Knegt zich op kleinere projecten, zolang zijn trainingsschema het toelaat tenminste. Hij heeft een groot deel van zijn ploeggenoten en een aantal langebaanschaatsers blij gemaakt met een slijpblok dat de helft lichter is dan een standaard blok. Het door Knegt ontworpen materiaal weegt slechts 1,5 kilo, een uitkomst voor topsporters die door hun enorme sportuitrusting en wedstrijden in het buitenland nogal eens tegen gewichtsbeperkingen aanlopen.
Hij heeft er zelfs speciaal stickers voor laten drukken. Al was dat meer een geintje, zegt hij. Sjinkie custom parts staat er op. Zijn ongebruikelijke voornaam maakte de bedenktijd voor een goede naam aanzienlijk korter.
In het magazine schaatsen.nl vertelde Knegt onlangs dat hij is vernoemd naar zijn oom. Die heette officieel Sjingting, maar hij luisterde altijd naar een afkorting: Sjinkie. De bijbehorende Aziatische klank is geen toevalligheid. Knegt is de kleinzoon van een half-Chinese oma, die overigens wel in Nederland is geboren.
Die afkomst verklaart wellicht zijn opvallende behendigheid op het ijs. Als iemand zich kan meten met de acrobatische schaatstoppers uit Azië, is het Knegt wel. Zijn knie is al lang weer hersteld, het zondagskind is klaar voor die confrontatie. Maar enig geduld is vereist. Dit weekeinde rijdt hij eerst het NK shorttrack in Amsterdam.