Op 26 mei werd op het bondsbureau van de KNSB een werkconferentie gehouden naar aanleiding van het adviesrapport topsport kunstrijden. Eind april was dit adviesrapport al door Danny Nelissen, voorzitter van de werkgroep, gepresenteerd op de Technische Voorjaarsvergadering.

Het adviesrapport voorziet in enorme veranderingen in de structuur en cultuur van het Nederlandse kunstrijden en is door het algemeen bestuur en de directie van de KNSB met veel enthousiasme ontvangen. In de weken na de presentatie van het adviesrapport werd het rapport beschikbaar gesteld voor iedereen die het wilde lezen.

Op de werkconferentie kregen alle verenigingen en gewesten de kans vragen te stellen en hun ideeën met betrekking tot de implementatie verder toe te lichten. De aanwezigen waren blij met deze vorm van samenkomen. “Zo creëer je meer draagvlak daar waar het uitgevoerd moet worden,”  liet de vertegenwoordiger van EKIJSA na afloop weten.

Nadat eerst de vragen waren beantwoord, gingen de aanwezigen in groepjes aan de slag met uitdagingen die er liggen voor de regio’s en verenigingen en de vraag op welke manier verenigingen graag ondersteund zouden willen worden in de context van het advies. Vanuit de kansen in het rapport keken de verenigingen positief naar de toekomst en kwamen met bruikbare aanbevelingen.

“De sleutelwoorden die overal terugkomen zijn samenwerken, transparantie en vertrouwen. Dit was een heel goede bijeenkomst en ik wil jullie complimenteren voor de manier van werken en jullie bijdrage. Jullie hebben niet teruggekeken, maar nieuwe wegen gezocht. Op een heel goede manier gedaan,” sprak Jeroen Prins, disciplinemanager kunstrijden. Ook de voorzitter van het Unit Bestuur, Gerard Faber, was erg tevreden over het resultaat van de bijeenkomst. “Dit is samen aan het werk, waarin we naar de toekomst kijken. De trein is in gang gezet.”

Hoewel de aanwezigen erg blij waren met de nieuwe manier van benaderen, was er ook teleurstelling over de afwezigheid van de helft van de verenigingen.

“Wij hebben hen gemist om mee te brainstormen, maar zij hebben ook een heel waardevolle bijeenkomst gemist,” sprak een van de aanwezigen. De verenigingen vormen de spil in de nieuwe aanpak, dus hun ondersteuning en actieve houding is van groot belang voor het vervolg. De werkconferentie gaf daartoe een eerste positieve aanzet. De vertegenwoordiger van DIJC sprak daarover mooie woorden: “Ik voel me na deze bijeenkomst een stuk meer ambassadeur van het hele topsportplan dan een week geleden.”