Wat gleed die Patrick Roest moeizaam over het ijs van de winter. Elke wedstrijd deed pijn aan de ogen. Hij reed er maar een handvol, steeds beseffend dat hij er zichzelf geen plezier mee deed, maar de schaatsfans nog veel minder. En zo verliet de man die meer van zijn sport houdt dan welke collega ook in de wereld van de langebaan, al op 11 februari 2025 het toneel door een zijdeur. Ontgoocheld, geknakt en met een kop barstenvol vraagtekens en twijfels.

Vier maanden eerder reed de trots van STV Lekstreek zijn eerste race van zijn tiende profseizoen, de drie kilometer op het NK Clubs. Patrick deed zijn stinkende best voor zijn vereniging, maar waar hij in de drie voorgaande kampioenschappen altijd met gemak Marcel Bosker aftroefde, was hij nu de mindere.

“Achteraf gezien is het mijn beste wedstrijd van het seizoen geweest, omdat het daarna alleen maar minder ging”, klinkt het droog. Roest (29), net klaar met een krachttraining en druk om de koffers te pakken voor een volgende stage met Team Reggeborgh (in Collalbo), kruipt meteen in zijn eigen horrorfilm van een verloren schaatscampagne. “Toen wist ik dat ik niet honderd procent was. Alleen dacht ik wel: dit is het niveau op dit moment, vanaf hier ga ik vooruitkijken en stappen zetten. Het was heel vervelend dat die vervolgens niet kwamen.”

Dan drukt Roest zich nog zwakjes uit. Het moet de hel zijn geweest, een woud van demonen die hem van alle kanten sarcastisch uitlachten omdat niks meer lukte op de gladde vloer. Hij móet in de meest donkere dagen vast in gedachten zijn afgedwaald naar zijn jonge jaren waarin het om genieten en niets anders draaide. Zonder druk, verwachtingen of het idee dat schaatsen zijn agenda het jaarrond zou bepalen.

Roest praat veel in de jij-vorm, alsof alle vakgenoten dezelfde beleving hebben. “Je werkt naar elke winter toe met doelen. Je wilt dit winnen, je wilt dat doen, je wilt, zoals ik altijd zeg, mooie dingen laten zien. Ik hoef niet alleen wereldkampioen te worden en de rest van het seizoen niks te presteren. Ik wil elk weekend wat moois laten zien, strijdlustig zijn. Wanneer dat een hele winter niet lukt, is dat heel naar.”

Patrick Roest
Patrick Roest maakt zich gereed voor de 16 Dorpentocht, een mooie trainingsrit op de fiets. | Foto: Orange Pictures

‘Dichtheid op vijf kilometer was niet eerder zo groot’

Nog een paar prikkelende kwesties borrelde op tijdens het uur durende onderhoud met Roest. Wie zijn erelijst eens rustig doorneemt, slaat steil achterover van de medailleoogst en titels die hij heeft binnengeharkt. En ja, dan concludeer je ook dat je de Lekkerkerker niet naar een gouden plak van de Winterspelen kunt vragen. “Ik mis die gouden medaille, zo kijken andere mensen ernaar. Als je mij tien jaar geleden zou hebben gevraagd welke prijs ik zou kunnen winnen, zou ik al die andere ook niet hebben opgenoemd. Ik ben al heel blij met wat ik heb bereikt en doe er alles aan om wel dat olympisch goud te winnen. Ik zou op het moment van stoppen niet zeggen dat mijn carrière is mislukt omdat dat goud ontbreekt.”

Ik stel bijna dat je er gezien je palmares bijna recht op zou hebben.
“Nee, zeker niet. In Beijing ben ik twee keer verslagen door Nils van der Poel (vijf en tien kilometer, red.), niet de minste tegenstander. Ik win graag goud, alleen heb je dat niet in de hand omdat er veel goede schaatsers zijn. Volgend jaar zijn er opnieuw genoeg die me het moeilijk zullen maken. Je kunt het niet vervelend vinden wanneer er iemand plotseling opkomt. De vijf kilometer wordt een heel lastige. Zo is er Vladimir Semirunnii, Sander Eitrem die het hele jaar goed reed, Davide Ghiotto, Chris Huizinga. Het niveau is de laatste vijftien jaar qua dichtheid niet zo hoog geweest. Dat maakt het over acht maanden heel spannend. Het enige dat we kunnen doen is er iets heel moois van maken.”

Nog iets anders. Toen jij en je coach Robin Derks naar Reggeborgh kwamen in 2022, sprak ik op de teampresentatie met Robin over de magische grens van zes minuten op de vijf kilometer, waar jij volgens hem onder zou kunnen duiken. Kun je dat nog steeds?
“Dat zou ik absoluut willen. Het blijft echter lastig. Ik heb wedstrijden in Salt Lake City (de snelste baan ter wereld, red.) gereden waarin ik heel goed ben geweest. De omstandigheden (ijskwaliteit, luchtdruk etc.) moeten ook helpen. De laatste keer dat ik er schaatste (28 januari 2024, 6.02,98, een Nederlands record) was het niet zo snel. Je kunt iets willen, maar de natuur moet ook meewerken. Om in Thialf onder de zes minuten te eindigen, moeten de omstandigheden héél bijzonder zijn.”

Tot slot: geen spijt gehad van je overgang naar Reggeborgh?
“Regelmatig wordt me deze vraag gesteld. Dan denk ik: heb je niet naar de resultaten gekeken? Ik ben twee keer wereldkampioen op de vijf kilometer geworden. Nee dus, ik heb er geen spijt van, want ik weet dat Robin nog meer uit mij heeft gehaald, met name op de vijf kilometer.”

Patrick Roest
"Heb je niet naar de resultaten gekeken? Ik ben twee keer wereldkampioen op de vijf kilometer geworden, sinds ik bij voor Reggeborgh schaats." | Foto: Wiebe Sietze

Even uit de souvenirwinkel van lichamelijk leed opduikelen: het tobben met zijn gezondheid kwam vroeg op gang, toen er een verstandskies een fase van kommer en kwel inluidde en de eerste afmelding volgde (geen World Cup Kwalificatietoernooi, en daarmee geen deelname aan de eerste wereldbekers). “Daarna heb ik er alles aan gedaan om zo goed mogelijk terug te komen, in de buurt van mijn oude niveau. Ik trainde om weer fit te worden. Tegen beter weten in? Misschien wel, ik durf het niet te zeggen. Het lastige was dat ik rust nodig had, en intussen training ook noodzaak was om te verbeteren. We hebben onvoldoende tijd gekregen om beide te kunnen doen: eerst honderd procent herstellen, dan honderd procent trainen. Dat heeft ertoe geleid dat we half februari – voor het NK Afstanden - de beslissing namen een punt achter het seizoen te zetten, zodat ik volledig uitgerust aan dit seizoen zou kunnen beginnen.”

Roest mankeerde op dat moment meer; ook rugklachten verhinderden op normale wijze te kunnen schaatsen. Het rare echter was zijn eigen commentaar op de situatie. Bij herhaling beweerde de boerenzoon op televisie dat hij zich fit, gretig én uitgerust voelde. “Alleen niet topsportfit om een goede prestatie te leveren”, zo brengt hij vier maanden later een nuance aan. “Ik ving de dag aan met energie en goede moed, maar een lange fietsrit was te veel gevraagd. Waarom? Het werd een hele zoektocht door mijn lichaam. Samen met de staf werd toen besloten te stoppen, omdat het zonde zou zijn de hele toestand te laten doorsudderen tot eind maart, om dan pas alles te proberen op te lossen. Ik durf te stellen dat mijn hele lijf inmiddels weer sterk genoeg is op alle, voor het schaatsen vitale punten.”

Patrick Roest
Eind 2024: Patrick kan nog lachen, maar op het ijs is het zwoegen. | Foto: Neeke Smit

De prijzenkast van Roest

Olympische Spelen
Pyeongchang (2018): zilver 1500 meter, brons team pursuit
Beijing (2022): zilver 5 en 10 km

WK's
Allround:
Amsterdam (2018), Calgary (2019), Hamar (2020) goud; in 2017, 2022 en 2024 zilver
Afstanden: Heerenveen (2023), Calgary (2024) goud 5 km, Heerenveen (2021 en 2023) goud team pursuit; in 2019 zilver 5 en 10 km, in 2021 zilver 5 km en brons 1500 meter

EK's
Allround:
Heerenveen (2021) en Hamar (2023) goud; in 2019 zilver
Afstanden:
Heerenveen (2020, 2022 en 2024) goud 5 km, team pursuit (2020 en 2022); in 2020 zilver 1500 meter, in 2024 brons 1500 meter

World Cup
16 individuele zeges (15 x 5km, 1x 10 km); 2020 en 2021 eindklassement 5/10 km

NK's
8 afstandstitels, 2x allroundkampioen (in totaal 22 medailles)

Info: Nol Terwindt

Is die hele misère niet in je hoofd gaan zitten?
“Er gaat een heleboel in je hoofd zitten. Als je dan een hele winter voor de tv moet kruipen..”

Kan ik me voorstellen dat je gek wordt.
“In het begin had ik er wel meer moeite mee, bijvoorbeeld wanneer er een World Cup werd verreden. Ik had geen zin om schaatsen te kijken. Het voelde heel gek om een wedstrijd te volgen waar je normaal gesproken aan de start wilt staan. De eerste wereldbekers keek ik voetbalwedstrijden. Hoefde ik in elk geval niet over het schaatsen na te denken. Dat doe ik wel als ik op het ijs sta en hoef ik niet te doen wanneer ik op de bank lig. Aan het einde van het seizoen, toen ik alweer aan het trainen was voor de volgende winter, schakelde ik naar bijvoorbeeld het WK in Hamar. Dat toernooi kon ik met een rustiger gevoel zien. Ik vond het jammer dat ik niet naast mijn concurrenten op het ijs stond.”

Kwam je snel in een ander ritme, toen de kogel een keer door kerk was gegaan?
“Gedurende het schaatsseizoen ben ik overwegend in Heerenveen. Dan doe ik alles voor het schaatsen. Op het moment dat ik een punt zette achter het seizoen ben ik echter direct naar Lekkerkerk gegaan, om lekker op de boerderij te werken. Alle dagen om kwart over zeven uit mijn bed, mijn vader helpen op stal. Dat vond ik heerlijk.

“Ik had wel dagelijks contact met mijn coach (Robin Derks, red.), over mijn herstel. Zo nu en dan moest ik even weg om een test te doen, maar de basis bleef de boerderij waar ik mijn familie heb. Als ik in m’n eentje in Heerenveen had moeten blijven, zouden de dagen heel lang zijn geworden. In die periode ben ik ook twee keer in Spanje gaan fietsen. De eerste keer met mijn zus: toen iets minder gefietst en wat meer vakantie gevierd. De tweede keer was (Nieuw-Zeelander, red.) Peter Michael mee. Hij is in de loop der jaren een vriend geworden. We reden elke dag minimaal drie uur, een heerlijke manier om aan de basis te werken en op te bouwen naar de serieuzere trainingsmaanden.”

Die zijn alweer aangebroken. Woensdag vloog het Reggeborgh-ensemble naar Italië voor de tweede gezamenlijke stage over de grens. In Collalbo zal er vooral worden gefietst en geskeelerd, ‘om in de schaatshoeken te zitten’. “’n Fijne plaats om te trainen, waardoor ik minder problemen heb met het fietsen. Dat is niet mijn meest favoriete bezigheid, maar het wielrennen gaat sowieso de laatste tijd beter dan in de afgelopen jaren bij deze ploeg. De ritten die ik maak, ‘komen’ heel makkelijk en dat verhoogt het plezier aanzienlijk”, oordeelt Roest die in de jaren onder Jac Orie soms twee of drie keer in een seizoen het Zuid-Tiroolse bergdorp opzocht.

Hij hunkert nog meer naar het ijs. “Heel simpel, omdat ik zo benieuwd ben hoe het schaatsen zal gaan. Dat is het belangrijkst om m’n oude niveau te bereiken, voor mij het WK Allround in Inzell (maart 2024, red.). Daar reed ik mijn op-een-na beste 1500 meter van mijn carrière. Jordan Stolz was nog sneller dan ik, maar ik kijk met een heel goed gevoel terug op die prestatie en het hoge niveau dat ik had. Om dat weer te krijgen moet ik vertrouwen halen uit de dingen die ik momenteel doe. Fietsen bevalt me, zo meteen is het eerste zomerijsblok de volgende fase. Al verheug ik me erop, ik vind dat tegelijkertijd een klein beetje spannend. De laatste keer dat ik op het ijs stond, was met een vervelend gevoel.”

Maar je bent fit, hebt zelfvertrouwen en een goed gevoel. Waarom zou je bezorgd zijn?
“Nee, nee, misschien moet ik het gezonde spanning noemen die bij topsport hoort. De hernieuwde kennismaking met het ijs zorgt er hopelijk voor dat ik dat nare gevoel kan vergeten en weer kan doorgaan. In Collalbo bereid ik me er zo goed mogelijk op voor, zodat ik vanaf 23 juni lekker kan schaatsen in Thialf.”

Patrick Roest
Davide Ghiotto feliciteert Patrick Roest met zijn wereldtitel op de vijf kilometer (2024). "Heerlijke duels zijn dat, met hem", vindt Roest. | Foto: Soenar Chamid