Nicole Stelea was blij verrast toen ze na haar vrije kür in het Palaghiaccio van Bormio om een interview werd gevraagd. Of ze misschien eerst even wilde omkleden? “Nee, nee. Ik houd nog lekker even mijn mooie nieuwe jurk aan, die draag ik niet elke dag.” Ze wisselde wel even haar schaatsen om voor een paar sneakers, voordat we in de Italiaanse sportkantine in gesprek gingen. “Wat leuk dat jullie helemaal vanuit Nederland interesse tonen.”
We waren in Lombardije om verslag te doen van de Winterspelen voor Masters, sporters van 30 jaar en ouder. Bij dat evenement waren 67 langebaanschaatsers en 9 shorttrackers uit Nederland actief, die samen een giga-partij medailles wonnen. Bij het kunstschaatsen was dat anders. Op de deelnemerslijst, met onder meer grote delegaties uit Mexico en Australië, stond welgeteld één naam van een kunstschaatsster uit NED. Dat bleek Nicole Stelea te zijn, een Nederlandse van Roemeense komaf.
Samen met haar moeder kwam ze als tienjarig meisje naar Nederland, waar ze neerstreken in Amersfoort. Ze koesterde haar oude skeelers, waar ze mee door de straten rolde, en droomde ervan ooit kunstrijdster te worden. Dat vlammetje was gaan branden toen ze als kleuter op de Roemeense tv een film over kunstschaatsen had gezien. “Die ging eigenlijk over de nare kanten van de sport, zoals anorexia. Maar ik werd helemaal gegrepen door de mooie beelden van deze artistieke sport.”
Toen ze twaalf was en via Eurosport het EK Kunstschaatsen volgde, laaide het vuur verder op. Ze zag Aleksei Jagoedin schitteren en werd meteen fan van de Rus, die dat jaar goud won op de EK, WK én Olympische Spelen. Na een les schoolschaatsen smeekte ze haar moeder om op kunstschaatsen te mogen, maar die ging pas overstag toen Nicole in 5-gymnasium dreigde te blijven zitten. Zou ze toch overgaan, dan mocht ze gaan kunstschaatsen. “Dat lukte, op het nippertje.”
Nicole ging schaatsen in Utrecht en stapte over naar Dordrecht, toen ze voor haar studie economie in Rotterdam ging wonen. Het was uiteraard veel te laat om ooit een topper te kunnen worden, maar bij DDD in Dordrecht reed ze nog wel een jaartje wedstrijden, tot haar studie voorbij was en ze werk vond. Drukke jobs, in de financiële wereld. Haar kunstschaatsen belandden in een hoek, geen tijd meer voor.
Voordat ze het goed en wel besefte was Stelea tien jaar verder. Ze woonde in Londen, waar voor economen plenty werk is. De coronapandemie brak uit. “Toen maakte ik de balans op en dacht: nu heb ik dus tien jaar niet gedaan wat ik het allerliefst doe, kunstschaatsen!” Het roer moest om. Werk was en bleef belangrijk, om geld te verdienen. Maar de kunstschaatsen kwamen uit de kast, Nicole zocht een goede ijsbaan en vond die in Alexander Palace, ook wel bekend als dartparadijs.
En toen dreigde Engeland in een nieuwe lockdown te gaan. “Met een vriendin ben ik toen naar Zuid-Spanje gegaan. Want als je alleen maar thuis kunt werken, kun je beter in een zonnige omgeving zitten dan in regenachtig Londen.” Ook voor haar grote passie, het kunstschaatsen, vond ze een oplossing. Ze ging schaatsen in Granada, waar een geweldige ijsbaan lag, met goede trainers in huis. “Daar heb ik een maand van genoten en toen brak de oorlog in Oekraïne uit. Omdat de energieprijzen enorm stegen, hebben ze de ijsbaan gesloten.”
Sinds die domper is Londen weer haar woonplaats, waar ze nog altijd werkt én kunstschaatst. Haar sport beoefent Nicole nu hoofdzakelijk in Streatham, met fijne trainers op een prima ijsbaan, waar ze dagelijks enkele uren traint. In Engeland, met Sheffield als kunstschaats-hoofdstad, zijn geregeld wedstrijden voor adults en Nicole komt daarin uit in de categorie brons. Ze meet zich ook graag met rijdsters uit de rest van de wereld en om die reden was ze onlangs in Bormio bij de WWMG. “In mei wil ik in Oberstdorf meedoen aan de International Adult Competition en dit was een moment om te meten waar ik sta.”
In Bormio greep ze net naast een medaille, een vierde plek dus, met een score van 24,39 punten voor haar vrije kür. Met zo’n score zouden de Lindsays van Zundert van deze wereld diep verdrietig zijn. Stelea beheerst bijna alle sprongen: toeloop, salchow, loop, flip en lutz. Enkelvoudig. Van een drievoudige uitvoering kan ze slechts dromen. En die verdraaide axel, die heeft ze nog niet goed onder de knie. “Dat is voor mij nu de holy grail.”
Duidelijk is ook dat Stelea nooit op het hoogste niveau zal acteren. Toch steekt ze veel geld en tijd, enkele uren per dag, in het kunstschaatsen. Wat is haar drijfveer, waarom doet ze dit? Heel simpel: “Ik leef mijn jeugddroom. Kunstschaatsen is wat ik het allerliefst doe. De combinatie van dans, techniek, muzikaliteit en schaatsvaardigheid, dat is uniek, dat vind je in geen enkele andere sport terug.”
Twee minuten stralen op het ijs, mooi opgemaakt en gekleed in een nieuwe jurk vol glittertjes. Dat zijn de momenten waarvoor ze zoveel trainingsarbeid verzet. Hierop stemt ze haar leven af. Werk is leuk en belangrijk, maar zonder kunstschaatsen kent de wereld voor Nicole geen glans. Wat de toekomst haar brengen zal, weet ze niet. Of ze ooit terugkeert naar Nederland? “Ik denk eerder dat het Spanje wordt.” Voorwaarde is uiteraard wel dat er een ijsbaan in de buurt ligt. “Misschien wordt het Madrid, of iets in Noord-Spanje.”
Voorlopig blijft ze nog even in Zuid-Londen, met de piste van Streatham naast de deur. Wat ze nog wil bereiken op het ijs? Dat is vooral: plezier beleven. Die axel onder de knie krijgen. En straks in Oberstdorf twee goede küren rijden. Een podiumplek zou mooi zijn, maar is geen must. En over vier jaar is ze er vermoedelijk opnieuw bij, bij de volgende Winterspelen voor Masters, misschien wel in een equipe met meer Nederlandse kunstrijd(st)ers? “Ik doe dit omdat ik het heerlijk vind. En zo lang mijn werk het toelaat blijf ik kunstschaatsen. Dit is mijn passie, het mooiste wat er bestaat.”