Kun je alleen winnen als je als eerste over de streep gaat?
"Winnen is voor mij als eerste finishen. Bij het WK was ik na het brons op de 500 meter ingetogen blij, omdat ik het geflikt had om een medaille te pakken. De eerste in vijfentwintig jaar bij de mannen. Het was een overwinning op mezelf. Je kan niet heel erg gaan juichen als je derde wordt. Het was geen winnen, omdat ik er nog twee voor me zag. Die WK-titel was maar een halve meter weg."
Je kroonde je in januari onverwachts tot Europees kampioen. Wat ging er door je heen toen je de finish passeerde?
"Na het winnen van de 1000 meter had ik enorme blijdschap, een uitbarsting van vreugde. Ik schreeuwde het uit en bleef super agressief en hyper na de finish. Ik sloeg ook bijna Jeroen’s (bondscoach Otter, red.) arm kapot. Zo graag wilde ik het."
"Maar na de drie kilometer, toen ik wist dat ik het klassement had gewonnen, was er juist berusting. Een soort van ongeloof eigenlijk. Ik had ook wel die blijdschap, maar daarna had ik zoiets van ‘wow, dit kan niet bijna. Hoe is dit mogelijk?’"
"Je ziet me juichen en echt zo’n slap armpje geven aan Jeroen. Ik vind het wel grappig en heb het al een aantal keer teruggezien. Op die 1000 meter ging ik voor een medaille en dat ik ‘m dan win, dat is de hoofdprijs. Maar die drie kilometer had ik nooit verwacht. Ik dacht eigenlijk dat ik het eindpodium van het EK niet eens zou halen."
Een half uur na je zege verloren jullie de Europese titel op de aflossing. Hoe beleef je zo’n dag?
"Dat is heel lastig. Aan de ene kant ging ik superblij, opgelucht en tevreden richting de finale relay, maar ik was wel scherp. Dan kan je eigenlijk best wel makkelijk schakelen, hoor. Dat we die finale verliezen, dat is niet leuk. We hadden er allemaal goed de pest over in. Maar een half uur later kwam wel weer dat gevoel terug van winnen. Tijdens de dopingcontrole en de huldiging besef je: ‘wat heb ik nu geflikt? Dit is echt ongelofelijk’."
Wat is het meest waardevolle moment in je carrière?
"Dat zijn er twee. Het Vancouver-moment en mijn EK-titel. Het moment dat ik na afloop van het trainingskamp ter voorbereiding op Vancouver niet naar de Spelen mocht. Natuurlijk wist ik dat wel, maar ik mocht het olympisch dorp niet in."
"Dan sta je wel heel erg dichtbij. Je staat voor de deur en die is dicht voor jou. Het betekende dat er nog harder gewerkt moest worden, nog meer aan gedaan moest worden om het wel te doen. Daar is me duidelijk geworden dat dit is wat ik wil. Ik hoef daarom ook niet meer te twijfelen waarvoor ik het doe."
"Het winnen van de EK heeft mij laten zien wat ik allemaal kan en dat de mogelijkheden van iemand eindeloos zijn. Je hoeft geen grenzen te stellen. Door die grenzen beperk je jezelf. Ik had niet gedacht dat ik een drie kilometer kon rijden. Ik kan het nog steeds niet goed, maar als het allemaal klopt, dan kan het zomaar."