Maier, die jarenlang vocht tegen kanker, kende zijn hoogtepunt in de schaatssport in de jaren ’60, het tijdperk waarin ook Ard Schenk en Kees Verkerk op de toppen van hun kunnen reden.
In 1968 ging Maier met vrijwel alle grote prijzen op de lange afstanden aan de haal. In Oslo en Göteborg werd hij respectievelijk Europees- en wereldkampioen allround en op de Olympische Spelen in Grenoble veroverde de stayer goud op de 5000 meter en zilver op de 10.000 meter.
Een seizoen daarna kwam Maier voor het laatst op internationaal niveau in actie, maar kon hij zijn goede prestaties geen vervolg geven met een zevende (EK) en twaalfde plaats (WK).
Maier bleef daarna echter ongekend populair in Noorwegen. In 2008 trokken veel grote namen uit de historie van de sport naar het Scandinavische land om de onthulling van een standbeeld van de toen zeventigjarige Maier bij te wonen.