Eerst de oudgediende, de 34-jarige Otterspeer wiens carrière jaren achtereen werd gekenmerkt door fysieke tegenslag en pure ellende die eigenlijk zijn onmiskenbare kwaliteiten als sprinter steeds tenietdeden. Hij kon en wilde zoveel, maar de hoogtepunten waren net zo sporadisch als vluchten naar de maan. Het was de liefde voor het glijden over ijs die hem in het vak hielden. Otterspeer kreeg de beloning aan het begin van het jaar toen hij eindelijk de droom – deelname aan de Winterspelen van Beijing – in vervulling zag gaan, al moet worden gezegd dat het Chinese avontuur op een farce uitliep. Hij wil er liever niet aan worden herinnerd.

De routinier van Team Reggeborgh vond het dan ook vanzelfsprekend dat hij de winter van 2022-’23 opnieuw van het kleine schaatslandschap zou deel uitmaken. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, zeg maar. Leeftijd? Die speelde en speelt geen rol, en dat bleek dinsdag in Thialf waar hij op twee degelijke ritten kon terugkijken. Afgetroefd door een eindelijk enigszins herrezen Kai Verbij en Janno Botman op de 500 meter, knalde hij er een weergaloze duizend meter uit die hem aan de top van het klassement bracht.

Otterspeer vierde de uitkomst van de explosie uitbundig. “Als je 1.07,5 ziet staan weet je dat je op eenhonderdste na de snelste duizend van je loopbaan hebt gereden. Het was degelijke, nette race. Ik ben blij dat ik de rust onderweg zo kon bewaren en ben blijven schaatsen. Op deze manier rijd ik deze afstand niet heel vaak.”

Hij straalde, terwijl hij nog stond na te hijgen van de inspanning. Bij Otterspeer wordt er steevast aan zijn leeftijd gerefereerd. Deze keer was het niet anders. ”Ach’, merkte hij nonchalant op, “het is maar hoe oud je je voelt. Ik voel dat er nog groei mogelijk is, dat ik kan verbeteren. Ik word juist steeds jonger. Steeds sterker. En, dat is vooral van belang, ik heb de ervaring en kan gelukkig nu terugvallen op een lichaam dat me niet meer in steek laat. Ik sta na een dag van dit kampioenschap aan de leiding, al heeft dat weinig te betekenen. Er kan zoveel gebeuren op dag twee, we moeten weer een 500 en duizend rijden. Het koppie erbij houden is nu het devies.”

Foto: BSR AGENCY

Dat lukt de bijna 24-jarige Jutta Leerdam al tijden, en bij haar lijkt dat totaal geen moeite te kosten. Ze blonk voor de zoveelste keer uit op haar domein, de duizend meter die ze in een nieuw baanrecord aflegde. Femke Kok, de grote rivale, mocht door haar eerste plek op de 500 meter nog even hopen dat er een echt duel om het sprintgoud zou komen. Het verlies van ruim een seconde op de dubbele spurt (1.14,13 om 1.12,83 voor Leerdam), ontnam haar die illusie waarschijnlijk.

En toch, wie Leerdams woordenwaterval na de twee ritten van haar toernooi goed beluisterde, kon eruit distilleren dat de Instagram-hit die ze ook nog eens is met meer dan drie miljoen volgers, best moeite heeft bij de les te blijven. In haar jacht naar de perfectie, op alle terreinen, vergaloppeert Leerdam zich net zo gemakkelijk als anderen haar niet terugfluiten. De stress die daarbij komt kijken, is een valkuil die alle dagen kan opdoemen.

“Dus probeer ik meer los te laten, minder streng te zijn voor mezelf”, verklaarde ze in haar terugblik op de eerste wedstrijddag. “Mijn omgeving zorgt ervoor dat ik dat doe, want die weet dat ik alles perfect wil doen, terwijl dat niet nodig is.” Leerdam refereerde aan het gevecht tegen het vetpercentage dat bij nader inzien een averechtse uitwerking had op haar prestaties. Minder gewicht betekent namelijk ook minder kracht, en juist dankzij die eigenschap is de blondine in no-time doorgestoten tot de mondiale top.

De uitslagen zien? Hier