Voor Van Alphen was het een enorme opluchting dat hij zich wist te plaatsen voor de eerste vier World Cups. De 26-jarige rijder van Team Plantina kwam al in rit 7 in actie en moest dus een scherpe tijd neerzetten voor de concurrentie. Met een tijd van 1.46,70 reed hij weliswaar een persoonlijk record (PR), maar daar kon hij niks mee. “Leuk zo’n PR, maar daar win je geen prijzen mee”, aldus Van Alphen.

“Toen ik over de finish kwam, dacht ik ook niet meteen: Yes, die is binnen!” Tevreden was hij wel met zijn opening, maar in de eerste volle ronde liet hij het liggen. “Daar rijd ik iets te ontspannen.” Uiteindelijk gaat hij in de laatste ronde ‘kapot’. “Het helpt ook niet mee als je er twee keer alleen voor staat bij de kruising”, doelt hij op zijn jonge collega Marcel Bosker, die zich ook verrassend wist te plaatsen voor de wereldbekers.

Na zijn race wist Van Alphen niet waar hij aan toe was. Met nog vijf ritten te gaan dacht hij dat zijn tijd niet genoeg zou zijn voor een World Cup-ticket. “Daarom was ik ook heel erg opgelucht. Ik was niet blij met mijn eigen rit, ik weet dat ik een heel stuk beter kan. In de trainingen laat ik hele goede dingen zien, dus ik kijk er ook niet van op dat ik bij de eerste vijf eindig. Maar het was wel heel spannend!”

Koen Verweij
Voor het eerst in zijn carrière zal de geboren Hilversummer World Cups op de 1500 meter gaan rijden. Hij kijkt er vooral naar uit om zich te meten met de internationale top. “Zo kan ik mooi nog weer beter worden. Ja, dat is echt top”, glundert hij.

Zijn (oud-)trainingsmaatje Koen Verweij won enigszins verrassend de 1500 meter. Hij noteerde een tijd van 1.45,07. In Thialf was er amper zo snel gereden op deze afstand. Van Alphen is blij dat hij nu samen met Verweij kan optrekken. “Dat is mooi, we hebben vorig jaar veel samen getraind. Tegenwoordig traint hij met de Russische ploeg, maar de laatste weken richting het NK sloot hij zich weer bij ons (met Desly Hill als coach) aan. Ik denk dat we veel voor elkaar kunnen betekenen.”

Gelukssnor
Wie Van Alphen ziet, valt meteen iets op: zijn vlassige snor. Een ludiek iets, noemt hij het zelf. “Het heeft niks met de vorm te maken hoor”, lacht hij. Volgens de rijder van Team Plantina is de ‘gelukssnor’ per toeval ontstaan.

“Van de zomer had ik een baard. Toen ik die er een maand geleden af haalde, keek ik in de spiegel en dacht ik: ha, dit is best grappig. Ik krijg er veel reacties op, dat is wel leuk. Het is inmiddels een begrip geworden, ha.”

Hoelang die nog blijft staan? In ieder geval dit weekend nog, zegt hij, want op de 1000 meter wil hij ook vlammen. “Daar heb ik heel veel zin in. Hopelijk brengt hij dan ook geluk.”