Op bijna 1700 meter boven zeeniveau was Medeo in de jaren ’50 tot ’80 een bijna mythische plek in de schaatswereld. Deze openlucht-kunstijsbaan ligt in een adembenemende bergomgeving en werd in 1951 geopend in het toenmalige Alma Ata. Door de hoge ligging en daaruit voortvloeiende fysiologische voordelen werd Medeo al snel een ‘schaatsmekka’ voor met name de Sovjet-schaatsers.

De condities waren er uitzonderlijk: veel zonnestraling, lage luchtdruk en ijs gemaakt van kristalhelder bergwater zorgden voor een razendsnelle ijsvloer. De baan werd 75 jaar geleden gebouwd in een bergkom waar de luchtweerstand relatief laag was. Bij goede omstandigheden konden rijders hele rondes de wind in de rug hebben: de befaamde valwinden. “Dat fenomeen duurde soms een uur en soms was het na vijf minuten weer voorbij”, aldus voormalig schaatser Vadim Sayutin, die uitkwam voor de Sovjet-Unie, Kazachstan en Rusland. Een gevolg van het magnetisch veld tussen de twee bergen waar de baan is gelegen.

Het resultaat was een regen van 47 wereldrecords gedurende zeventien seizoenen, wat Medeo de bijnaam recordfabriek opleverde. De combinatie van recordjachten en het decor van besneeuwde bergtoppen gaf de plek veel allure - een ervaring die voor schaatsers en fans als ongeëvenaard gold. Maar ook in de zomer was Medeo idyllisch, met zijn blinkende lichtmasten en uitzicht op een grote groene vallei. Vanuit de gondel, die 1500 hoogtemeters overbrugde, was de ovale vorm van de baan al van ver zichtbaar.

Yvonne van Gennip baldadig op Medeo
1984: Yvonne van Gennip, op dat moment nog onderweg naar de wereldtop, etaleert haar acrobatische kunsten op Medeo. | Foto: Huub Snoep

In 2015 bezochten Erben Wennemars en Jeroen Stekelenburg namens de NOS de Medeo-baan. Voor Wennemars was het een droom die uitkwam. Het stadion lag aan het eind van een steile bergwerg, op 17 kilometer afstand van Almaty. De bomen waren wat gegroeid, het stadion zag er hetzelfde uit. De honger van Wennemars bleek niet gestild. Voor zijn generatie is Medeo een klank uit het verleden. Hij moest en zou een rondje schaatsen. “Als je rondloopt, voel je het kolossale verleden van de ijsbaan”, aldus Stekelenburg. “Waanzinnig”, noemde Wennemars het.

“Het is een typische jeugdherinnering”, vertelde hij verder. “In een jaren ’80-uitzending las Marga van Arnhem een teletekst voor: wereldrecord voor onmogelijk gehouden en gereden op Medeo. Beeld was er nooit, verhalen des te meer. Zo zouden schaatsers soms midden in de nacht uit bed zijn gehaald, om optimaal van de omstandigheden te profiteren. En volgens de berichtgeving betekende dat 400 meter wind in de rug.”

Nadat Wennemars zijn rondjes over het magische ijs had gereden, werd hij met Stekelenburg rondgeleid in het stadion en bijbehorend museum. Tot hun verrassing hing daar één foto van het langebaanschaatsen, met daarop Sven Kramer, Carl Verheijen en Erben Wennemars. In het museum ontdekten de twee een vaantje van de Elfstedentocht 1985. “Ik houd van deze ijsbaan. Een foto van mezelf, en van de Elfstedentocht - wat wil je nog meer?” aldus Wennemars.

Medeo in de vergeten jaren
Sprookjesachtig mooi in lang vervlogen tijden, de bergparel van Alma Ata. | Foto: Huub Snoep

De eerste ritten op de ijsbaan van Medeo werden verreden in 1951, toen nog een eenvoudige natuurijsbaan. Pas in de vroege jaren zeventig kreeg het complex zijn iconische uitstraling, toen architect Vladimir Katzev de opdracht kreeg om er een modern ijsstadion van te maken. In een razend tempo werd het oude terrein herbouwd: “Wat we de ene dag tekenden, voerden we de volgende dag uit”, herinnerde Katzev zich in een interview met NRC in 2002. Hij leidde een leger van drieduizend arbeiders dat dag en nacht doorwerkte. Op 28 december 1972 werd de kunstijsbaan officieel geopend. Katzev liet zich inspireren door stadions in Sapporo, Grenoble en Berlijn, maar wilde vooral dat het leek alsof de baan vanzelf uit het landschap was ontstaan: “Alsof moeder aarde op die plek bevallen is van een baan.”

Bij de opening van de kunstijsbaan zaten bijna 10.000 toeschouwers op de tribunes, en Medeo kreeg in de daaropvolgende periode internationale wedstrijden die voor volle stadions zorgden. Een dag na de opening van de nieuwe, geavanceerde kunstijsvloer liet schaatsster Irina Rodnina haar klasse zien: ze reed direct een wereldrecord op de 1500 meter, tot groot genoegen van al die uitzinnige toeschouwers. Ze zei later: “De tribunes trilden van energie, de bergen leken mee te ademen.” Zij vertaalde het gevoel van veel schaatsers. Het ‘Kompleks Medeo’, zoals het toen heette, groeide uit tot een nationaal symbool.

Hoewel het oude Sovjet-vriessysteem inmiddels niet meer functioneert en er tegenwoordig alleen nog op natuurijs kan worden geschaatst, blijft de plek geliefd. “De schat van Kazachstan”, noemen de inwoners van het land het stadion nog altijd liefdevol. Katzev, inmiddels een oudere man met een atelier vol schilderijen en foto’s uit de bouwtijd, is er trots op. Het is opvallend dat Katzev als niet-communist zo’n prestigieuze opdracht kreeg in de Sovjet-Unie, omdat het destijds zeer ongebruikelijk was om belangrijke staatsprojecten aan mensen toe te vertrouwen die geen lid waren van de communistische partij. Hoe Katzev dat voor elkaar kreeg? “Toeval”, is zijn verklaring. “Anderen hadden geweigerd. En ik had al ervaring met ijs.”

Na de onafhankelijkheid van Kazachstan in 1991 raakte de baan in verval en werd hij niet meer gebruikt. Aan het begin van deze eeuw hadden er renovaties plaats. Jarenlang zette Medeo zich schrap om de Olympische Winterspelen binnen te slepen – de laatste poging was voor de editie van 2022 – maar zonder succes. Topschaatsers moeten tegenwoordig uitwijken naar de moderne ijsvloer in de hoofdstad van Kazachstan, duizend kilometer noordwaarts. Een binnenhal. De onoverdekte baan van Medeo blijft echter voor menig schaatsfan een mysterieuze en geliefde plek.

WK-ploeg van Oranje
De WK-ploeg bijeen voor de titelstrijd van 1988. Van links naar rechts: coach Henk Gemser, Gerard Kemkers, Ben van der Burg, Leo Visser en Annejan Portijk. | Foto: Huub Snoep