Het zien van de concurrentie brengt ‘vergelijkingsdrang’ in mij naar boven. Vergelijken is uiteindelijk toch waar het in topsport om gaat. Je kunt nog zo’n goede wedstrijd rijden, als de rest sneller is, heb je er niks aan. Gelukkig was er een afsluitende zomerwedstrijd in Inzell, waar we in theorie een beetje konden vergelijken. Maar helaas, er stonden maar weinig vrouwen aan de start van de 1500m. Een echte zomerwedstrijd dus, een zoethoudertje. Niet genoeg om mijn honger naar vergelijken te stillen. Ik heb zin in de winter. Zin in het schaatsseizoen. Zin in de échte wedstrijden.

Tegelijkertijd weet ik dat ik er nog niet helemaal klaar voor ben. De 1500m in Inzell bevestigde dat nog maar eens. Het ijs was zwaar en technisch reed ik nog niet zoals ik in de winter wel wil rijden en dus viel de tijd me ook enigszins tegen. Ik heb de komende periode dus nog wel nodig om me goed voor te bereiden op de winter.

Zo hebben we deze week een shorttrackkamp om aan onze bochtentechniek te werken. Ik merk dat het iedere training een beetje beter gaat en dat de aanwijzingen die ik op de langebaan in de bocht krijg, tijdens het shorttracken terug komen. Het verschil is echter dat ik door de krappere bochten veel beter voel wat ik fout doe en ook meteen voel dat ik meer snelheid maak als ik het wél goed doe. Ik hoop dat ik dit verbeterde gevoel mee kan nemen naar de langebaan. Maar voordat het zover is, gaan we eerst aan het eind van de maand nog op trainingskamp naar Toscane.

En daar heb ik eigenlijk ook heel veel zin in. Het basiswerk is grotendeels gedaan en nu komen de echte leuke trainingen: de zware trainingen. Dit is de periode dat we resultaten gaan zien van wat we in het eerste deel van het zomerseizoen hebben gedaan.

Waar komt dat ongeduld dan vandaan, vraag ik me af? Waarom kan ik niet wachten de strijd op het ijs weer aan te gaan als er nog zoveel leuke en belangrijke trainingen op het programma staan?

Ik denk dat het ongeduld voortkomt uit het gevoel dat alle topsporters kennen: de wil om te winnen. Ik wil me meten met mijn concurrenten en dan ook nog beter zijn. Het gevoel dat je krijgt als je een wedstrijd wint is zo overweldigend dat je na een zomer zonder mogelijkheden dat gevoel op te zoeken, er steeds meer naar gaat verlangen. Je krijgt weer zin in de winter, zin in het schaatsseizoen en zin in échte wedstrijden!