In het sprinten geldt vaak dat rijdsters zich geen fouten kunnen permitteren, maar Oenema moest erkennen dat geen van de twee races echt goed was gegaan. “Het waren niet mijn beste races, maar ik mag naar de World Cups en daar gaat het dit weekend over.”

Met bewondering keek Oenema naar de 500 meter van Jorien ter Mors. Haar optreden boezemde haar echter geen angst in. “Het is mooi, toch?”, vroeg ze. “Ze komt langs en rijdt ons eraf. Dat houdt ons scherp.”

Bang dat het gat te groot is, is de Friezin niet. “Mijn races waren niet goed. Bovendien triggert het mezelf en het niveau in Nederland moet sowieso omhoog om aansluiting te krijgen bij de internationale top. En ik kan leren van haar bochten.”

Voor Oenema pakte de KNSB Cup ondanks haar naar eigen mening matige ritten goed uit. Voor haar ploeggenote bij Team Continu, Margot Boer, was het juist een heel zure dag. “Het is super zonde. Het liefst heb je natuurlijk dat het hele team goed rijdt en erbij zit. En na de eerste ronde stonden we er heel goed voor, maar het is zonde dat we dat in de tweede omloop verliezen.”

Het pijnpunt bij Boer ligt bij haar start, legde de rijdster zelf uit. “Ik had nog geen hele harde 500 meter gereden en was daarom zenuwachtig omdat ik wist dat het lastig zou worden. Mijn start loopt namelijk nog niet.”

In een poging om haar moeizame start recht te trekken, stapte Boer twee keer in dezelfde valkuil. “Op zo’n 500 meter ga je er dan achteraan rennen. Op de 1000 meter hoop ik dat ik meer rust heb.”

Op de eerste 500 meter was Boer nog snel genoeg en reed ze zich bij de vijf besten, maar tijdens de tweede omloop raakte ze die positie kwijt. In het stadion werd echter tijdens die tweede 500 meter wel omgeroepen dat Boer al zeker zou zijn van een ticket. De sprintster hoorde dat, maar raakte er niet van in de war. “Ik wist dat het niet klopte, ik ben niet dom”, aldus Boer.

Zondag heeft ze nog één kans op een wereldbekerticket, op de 1000 meter. Daar zal ze er weer alles aan doen. “Het moet wel.”