"Als NOC*NSF hebben wij één belang en dat is dat ze er samen uit komen", zegt algemeen directeur Gerard Dielessen van de sportkoepel tijdens de Winterspelen in Sotsji.
"Het schaatsen is tijdens de Winterspelen de ruggengraat van ons team. Richting de volgende Spelen in 2018 moeten we wel kijken of we de merkenteams meer ruimte moeten geven."
De teams willen onder meer lagere kosten voor licenties, extra ruimte voor reclame-uitingen op de nationale pakken en een vergoeding voor het afstaan van rijders bij internationale wedstrijden.
Er is nog veel onzekerheid over de toekomst van diverse ploegen. Alleen BrandLoyalty heeft zekerheid voor volgend jaar en bovendien valt met TVM een grote sponsor weg die veertien jaar lang actief was in de sport.
Jan Driessen, die als directeur communicatie bij Aegon jarenlang in het schaatsen werkte, denkt ook dat samenwerking de enige oplossing is. "Toen ik in 2000 begon, waren er ook problemen. Rintje Ritsma ging net commercieel en met vallen en opstaan hebben we geleerd hoe we dat moesten oplossen."
"De KNSB, de hoofdsponsor en de merkenteams moeten er in onderling overleg uitkomen met respect voor ieders belangen. De bond kan niet zeggen: 'we hebben het geregeld en de merkenteams moeten maar volgen'. Er moet draagvlak zijn, samen zullen ze meer winnen dan ieder voor zich."
Driessen vindt dat de marktwaarde van de ploegen veel te laag ligt in vergelijking met de impact. "Het schaatsen is te goedkoop gemaakt. Als we zien hoeveel mensen er kijken, zou de lat hoger gelegd moeten worden om in te stappen. Sponsoren moeten minimaal anderhalf of twee miljoen euro investeren."
De verschillen binnen de sport zijn groot. TVM is met een budget van twee miljoen euro de rijkste ploeg, maar het nietige Project 2018 van coach Johan de Wit heeft slechts een paar ton tot zijn beschikking. Dat terwijl zijn pupil Annouk van der Weijden zondag vijfde werd op de 3000 meter in Sotsji.
"Er moeten geen ploegen meer zijn van een paar ton, maar sponsors zouden substantieel moeten investeren. Er zijn meer Kramers en Wüsts te vinden als ze het samen doen. Gezamenlijk kunnen ze de sport echt wel vermarkten. Ik zou tegen pure Nederlandse merken die naamsbekendheid willen en relatiemarketing belangrijk vinden, willen zeggen: 'waar wacht je nog op?'"
De discussie moet na de Spelen pas gevoerd worden, vindt zowel Driessen als de KNSB. De merkenteams, verenigd in de Vereniging Professioneel Schaatsen (VPS), willen echter zo snel mogelijk duidelijkheid. Driessen: "We moeten koesteren wat we hebben in Sotsji. Eerst genieten van dit fantastische succes en van de publiciteit die het oplevert."
Om de marktwaarde te vergroten, is het schaatsen ook druk bezig met innoveren. Volgens Dielessen is dat essentieel om een olympische sport te blijven. "Het is goed dat het schaatsen innoveert, anders wordt de sport te klein en kunnen we weleens van het programma worden gegooid. Dat moeten we zien te voorkomen. Gelukkig zitten de tribunes nog steeds vol."
Met de ploegenachtervolging en de mass start probeert de KNSB in samenwerking met de sportkoepel het schaatsen aantrekkelijk te houden. "Dat soort veranderingen zijn lange processen, het gaat niet zomaar van het ene op het andere jaar. We moeten blijven nadenken over innovaties om te zorgen dat schaatsen een 'prime event' blijft."
Ook Driessen ziet de vernieuwing in het schaatsen met plezier tegemoet. "Het plan van Ard Schenk om het schaatsen samen met andere ijssporten te centreren in een weekend is goed. En als we zien wat het schaatsen in het Olympisch Stadion in Amsterdam voor een enorm enthousiasme teweegbrengt. Daar komen veel gegadigden op af."
Paul Sanders, algemeen directeur van de KNSB, kan zich vinden in de woorden van Driessen en geeft ook toe dat samenwerking van levensbelang is voor de toekomst. "Maar daarin kijken we ook naar de merken achter de ploegen, de sponsoren zelf. We gaan de komende tijd werken aan een document waarin zij precies kunnen zien wat een schaatsteam kost en wat de investering van zo'n merk oplevert."
Hij maakt onderscheid tussen de teams en de sponsoren. "De ploeg is een middel voor een merk. En de discussie zou veel verder moeten gaan dan logo's en pakken. Dat betekent niet dat we de merkenteams aan de kant schuiven. We geloven in de kracht van merken en teams, maar we zien wel graag sponsoren die de sport verder omarmen dan een ploeg alleen."
"We liggen dan ook niet, zoals wel wordt gesuggereerd, op ramkoers met de merkenteams, maar zij hebben de deur voor de Spelen dichtgetrokken", zegt Sanders.
In Sotsji werkt Sanders ondertussen verder aan draagkracht onder de leden van de ISU om steun te krijgen voor onder andere het plan om World Cups in sponsorpakken te mogen rijden. "We voeren hier een lobby om bij het ISU-congres in Dublin zoveel mogelijk landen mee te krijgen."
Tot slot benadrukt dat de merkenteams tot nu toe nauw betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van beleid voor de toekomst. Ze schreven mee aan het visiedocument 'Van podium tot podium'. "En we zullen de merken én de managers van merkenteams binnenkort onze uitwerking van de marketingplannen voorleggen."