Op een NK ben ik zenuwachtiger dan normaal
Ingmar: "Ja dat klopt. Vlak voor het NK komt er andere spanning bij kijken dan bij normale wedstrijden. Maar vaak kan ik die spanning wel positief omzetten."
Rixt:"Dat valt eigenlijk best wel mee. Ik ben wel wat meer geconcentreerd misschien, maar niet per definitie zenuwachtiger."
De Nederlandse titel is de mooiste prijs die je kan winnen
Rixt:"Voor de marathonners denk ik zeker. Kijk, als je langebaanwedstrijden ermee gaat vergelijken dan heb je nog hele andere wedstrijden en toernooien. Maar zowel op kunstijs als natuurijs is zo'n nationale titel echt heel mooi. Of het ook een mooiere prijs is dan de Alternatieve Elfstedentocht? Dat hangt erom. De Alternatieve is ook fantastisch mooi om te winnen maar natuurijs is weer een andere tak van sport.”
Ingmar: "Op de Elfstedentocht na wel, maar die is zo lang geleden. Normaal gesproken heb je twee wedstrijden die er toe doen, of eigenlijk drie. Het NK kunstijs, het open NK en de 200 kilometer op de Weissensee. Dat zijn de drie grote prijzen. Als ik naar dit jaar kijk, win ik liever het NK kunstijs dan het open NK. Ik heb er al twee gewonnen en een rijtje van drie is natuurlijk een stuk mooier."
Het doet iets met je als je Nederlands kampioen bent geworden
Rixt: "Ja, dat zeker. Ik werd het natuurlijk best onverwacht, ook voor mezelf. Ik reed het hele seizoen best wel sterk maar als je Nederlands kampioen wordt, krijg je een stukje bevestiging. Als je op het hoogste podium staat met een krans om je nek denk je wel wow. Dat blijft je bij. Of het daardoor makkelijker is om te winnen? Ja en nee. Wel in de zin van dat je weet hoe het is om een wedstrijd te winnen en kampioen te zijn. Maar het wordt ook lastiger omdat mensen meer op je gaan letten."
Ingmar: "Absoluut. Het is toch iets waar je het hele jaar naartoe traint, waar je goed wil zijn. Als je juicht op de dag waar het om gaat, geeft dat je een speciaal gevoel. Ik denk dat ik ongeveer tweede of derdejaars A rijder was toen ik de eerste keer won (in 2007, red.). Mijn eerste twee NK's was ik slecht, toen kon ik het niet toen het moest. En dat jaar was Jan-Maarten Heideman veruit de beste. Hij won volgens mij veertien wedstrijden met een dikke voorsprong. Dus ik ging eigenlijk naar die wedstrijd toe met het idee dat tweede worden goed mogelijk was, maar dat winnen lastig werd. Als je dan toch in de massasprint Jan-Maarten klopt is dat wel heel bijzonder natuurlijk. Het geeft je absoluut meer zelfvertrouwen. Als schaatser heb je bevestiging nodig. Als het telkens op de belangrijke dagen mislukt wordt je nog zenuwachtiger en geeft dat negatieve energie. Als je eenmaal zo'n titel hebt gehaald dab weet je dat je het kan. Dan ga je toch anders een wedstrijd in."
Ik heb de rood-wit-blauwe trui op een mooie plek gehangen
Ingmar: "Ze hangen naast elkaar op zolder. Of ik ze ingelijst heb? Nee. Alhoewel, één trui hangt ingelijst bij mijn vader thuis. Ik heb alleen een ingelijste trui van het EK skeeleren hangen, maar niet in de woonkamer of zo."
Rixt: "Nee, dat niet. De krans en medaille hangen op een mooie plek bij de trap. Maar de trui, daar moet ik even naar zoeken denk ik!"
Ik kijk met een dubbel gevoel terug op de finish met Lisanne Soemanta
Rixt: "Ja natuurlijk. Het is één van de meest besproken finishes en het heeft ook zijn nasleep gehad. Ik kan mezelf daarin niks aanrekenen. Het klinkt uiteindelijk hard maar ik heb de titel, een titel waar ik ook hard voor heb gewerkt en waar ik in de wedstrijd zelf ook niets heb laten liggen. Het is niet alsof de titel naar mij toe is komen waaien. Het is niet de finish is waar je op hoopt, maar ik denk dat de finish meer over Lisanne gaat dan over mij. Of ik er achteraf veel van heb gehoord? Van een afstandje heb ik wel dingen meegekregen maar het is niet alsof ik van de buitenwereld kwade reacties kreeg. Het was wel even een hot item maar ik heb eigenlijk ook veel positieve reacties gehad. Je moet reglementair finishen, daar was geen speld tussen te krijgen. Voor haar (Lisanne) heeft het best wat gevolgen gehad. Of ik bang was dat ik de titel zou kwijtraken? Nee eigenlijk niet, dat klinkt misschien een beetje raar. Maar op dat moment werd die beslissing zo genomen. Dan sta je met je team op het ijs en vier je de overwinning. Dat er nog een heel juridisch spel achteraan komt weet je dan ook niet. Ik heb ook nooit de gedachte gehad alsof ik na jaren de titel weer kon inleveren."
Utrecht is een speciale plek voor mij
Ingmar: "Ik pakte toch de laatste Nederlandse titel daar. Ik weet wat ik daar kan, ben op Utrecht vaak goed. Maar of het echt een speciale plek is kan ik niet zeggen."
Rixt: "Sowieso. Ik heb natuurlijk ook een Cupwedstrijd gewonnen in Utrecht. Het is een ijsbaan waar de kans op kopgroepen echt groot zijn. Je kan de wedstrijd maken door op het juiste moment te gaan. Bij de laatste Cupwedstrijd in Utrecht ging er ook een kopgroep rond van dertien. In Thialf weet je dat het een megasnelle wedstrijd wordt en hoogstwaarschijnlijk een massasprint, maar in Utrecht weet je dat er iets moois in het vat zit."
Ik voel me sterker dan ooit
Rixt lacht: "Dat denk ik niet, maar dat is ook niet zo raar denk ik. Ik ben ongelofelijk blij dat ik dit jaar weer zoveel wedstrijden kan rijden. Ik had natuurlijk wel een hele andere voorbereiding dan de jaren ervoor. Tactisch gezien is de marathon een mooi spel en je kan er mooie dingen winnen. Ik ben prima in orde en heb er veel zin in, voel me goed. Mijn rug gaat met ups en downs, maar ten opzichte van anderhalf jaar geleden is het al zoveel beter. Het komt niet meer goed met mijn rug dus ik moet goed naar mijn lichaam luisteren. Ik kan niet teveel schaatsen in de week, schaats één keer en fiets er veel bij. Dat gaat redelijk. Natuurijs is bijvoorbeeld wel echt een ander verhaal, ik moet geen 200 kilometer willen rijden. Misschien ga ik naar de Weissensee mee als verzorger voor mijn team, maar zelf rijden zit er niet in."
Ingmar: "Poeh… Ik voel me erg goed en laatste weken ben ik goed in vorm. Ik kom zeker in de buurt van mijn sterkste jaren. We hebben een fantastische ploeg. Ik schaats natuurlijk al heel wat jaar en het niveau is een stuk breder geworden dan de afgelopen jaren, de krachten zijn beter verdeeld over de ploegen."
Ik maak 1 januari een goede kans om opnieuw de Nederlandse titel te winnen
Rixt: "Zo ver wil ik niet gaan. Het wordt een hele zware strijd. Ik gok dat er wel een kopgroep komt, als je daarbij zit maak je natuurlijk wel kans. Maar het is niet de insteek waarmee ik aan de start ga staan. Het is voor mij ook de eerste keer dat ik honderd ronden in een wedstrijd op kunstijs mag rijden. Zeg nooit nooit, maar ik ga niet pretenderen dat ik één van de favorieten ben. We gaan er een spektakel van maken en moge de beste man dan winnen!"
Ingmar: "Ik denk dat ik wel kanshebber ben. Maar zo zijn er denk ik nog ongeveer wel een stuk of tien. Ik weet in ieder geval van mezelf dat ik op zo’n dag mijn energie positief kan omzetten. Het is maar net hoe de wedstrijd loopt maar we gaan zeker voor de titel daar. Ik denk dat we drie rijders hebben die kans maken op de titel, met Crispijn Ariëns en Sjoerd den Hertog. We moeten de krachten van de ploeg goed benutten. Als je op één man gaat rijden maak je het voor jezelf redelijk moeilijk, dus een kopman hebben we niet. Het is hopen dat je zelf in de kopgroep zit. Maar het Nederlands kampioenschap is altijd een rare wedstrijd.
Ik heb een betere ploeg om mij heen dan vijf jaar geleden
Rixt: "Nee, maar dat is ook niet de insteek. Ik rijd bij uwgereedschap.nl met Floortje (Mackaij) en een Italiaanse (Francesca Bettrone, red.). Vijf jaar terug reed ik bij Palet schilderwerken met Erna Last-Kijk in de Vegte, Wieteke Kramer en Sophie Nijman. We trainden altijd met zijn vieren en streden elke week met en voor elkaar om de podiumplekken. Floortje fietst op hoog niveau en slaat wedstrijden over als ze dat wil. Die ruimte heb ik ook gekregen. We hebben allebei de kans gekregen om lekker marathons te rijden."
Ingmar: "Ik denk dat we wel supersterk zijn. Maar toen ik hem vijf jaar geleden won bij BAM had ik Jorrit Bergsma en Arjan Stroetinga in de ploeg, allemaal mannen die titels hadden gepakt en veel hadden gewonnen. We waren in de breedte toen misschien nog wel iets sterker, maar we komen op het moment zeker in de buurt. We hebben een ploeg die alles voor elkaar over heeft dus ik denk dat we een goede kans maken. Royal A-ware is de te kloppen ploeg. De meesten trainen nu puur voor de Olympische Spelen. Als je optimaal in de marathon goed wil zijn dan denk ik dat je beter op een andere manier kan trainen. Aan de andere kant hebben ze zulke goede schaatsers in de ploeg dat het wel de gevaarlijkste ploeg blijft. Ze pakten alle titels de laatste jaren, ik hoop dat daar verandering in komt."