De man die al zoveel won in zijn loopbaan ontleende dat gevoel aan het gemis van een grote natuurijszege. Die haalde hij op in Wanneperveen.
''Hier ben ik écht blij mee’’, bekende De Vries. Grote koersen maken grote namen. En de naam van Bob de Vries is sinds donderdag groot.
''Want pas als je een grote wedstrijd wint op natuurijs telt je echt mee als marathonschaatser. Zo werkt dat gewoon’’, stelde de boer uit Haule zelf vast.
En wat De Vries ook al gewonnen had, die echt grote wedstrijd zat daar nog niet bij. ''Ik voelde dat echt als een gemis, was er ook heel erg op gebrand hier te winnen.’’
De zege van De Vries, die in een sprint Ralf Zwitser en Arjen Becker achter zich liet, was het slot van een wedstrijd die ook in de categorie ’grote koersen’ kan worden gerangschikt.
Niet zo heroïsch als ploeggenoot Jorrit Bergsma begin dit jaar op het Zuidlaardermeer, waar de strijd zich voltrok in een ware sneeuwjacht. Maar zwaar was het zeker op het Belterwiede. Vooral door de wind, vond De Vries.
''Want het ijs was prima, maar de wind maakte het moeilijk. Tegen wind had je soms het gevoel dat je stilstond. Je moest er echt tegenin knokken.’’
Het gevolg was een wedstrijd waarin het peloton al snel uiteen werd geslagen, met Bob de Vries vanaf het begin in een prominente rol. ''Ik voelde me goed en wilde zoveel mogelijk voorin zitten, dan kun je altijd reageren als er een groep wegrijdt.’’
Het was daarom niet verwonderlijk dat De Vries deel uitmaakte van de kopgroep die het grootste deel van de koers bepaalde. Samen met Sander Kingma, Gary Hekman, Yoeri Lissenberg, Arjen Becker en Ralf Zwitser ging hij er vandoor.
Hekman (val) en Lissenberg (materiaalpech) haakten af, maar daarentegen zag De Vries ploeggenoot Arjan Stroetinga de oversteek naar de kopgroep maken.
Dat zorgde wel voor enige verdeeldheid in die groep. Met sprinter Stroetinga wil immers niemand naar de streep rijden.
''Nadat Stroetinga er bij kwam was het ook even onrustig in de groep’’, vertelde De Vries. Dat kwam mede door Zwitser, die het even vertikte werk te doen.
''Daar voelde ik heel weinig voor. Ik ga niet Stroetinga naar de overwinning rijden’’, verklaarde Zwitser, die prompt de wind van voren kreeg van het BAM-duo.
''We hebben hem vriendelijk duidelijk gemaakt dat hij moest rijden’’, vertelde De Vries lachend.
Stroetinga haakte uiteindelijk echter ook als eerste weer af, waardoor het aankwam op het viertal De Vries, Kingma, Becker en Zwitser.
De Vries rekende zich al een beetje rijk. ''Ik wist dat ik grote kans maakte als het aankwam op een sprint. Aan de andere kant vreesde ik die jongens wel."
"Ik had gezien dat ze heel makkelijk reden, en het blijft schaatsen op natuurijs. Eén misslag en een jongen als Ralf Zwitser is weg. Dan zie ik hem ook niet meer terug.’’
Maar die vrees bleek ongegrond. Op het rechte stuk naar de finish was niemand bij machte De Vries nog te stoppen. Op de vraag wat de zege voor hem veranderde, krulde een fijne glimlach de lippen van Bob de Vries.
''Als je al zoveel jaar goed meedoet, maar nog geen titel hebt, dan is dat een gemis. Ik heb hier echt naar uitgekeken.’’ Die titel pakte hij eerder al op de vijf kilometer in het NK Afstanden.
''Die kwam voor mij min of meer uit de lucht vallen, maar zo eentje als deze, daar train ik al jaren voor. En dan pak ik ook nog meteen de mooiste die er te verdienen is.’’
Zo blij als De Vries was, zo somber stond het gezicht van Ralf Zwitser. ''Als je zo dichtbij bent, wil je zo’n wedstrijd winnen, zo simpel is het.’’ Met een flauwe glimlach: ''En als ik zeg dat ik met een tweede plaats blij ben, wacht me nog een pittig gesprek.’’
Maar ook Zwitser besefte best dat er weinig opgewassen was tegen De Vries in deze vorm. ''Dan moet ik uiteindelijk nog tevreden zijn met een podiumplek. Het blijft tenslotte een ereplaats op een NK.’’
Arjen Becker daarentegen was zielsgelukkig met zijn bronzen plak. Niet vreemd na al de vierde plaatsen die hem vorig seizoen ten deel vielen.
''Daar heb ik onderweg nog wel even aan gedacht. We waren weer met z’n vieren en ik had zoiets van ’het gaat toch niet weer gebeuren’. Ik was ook heel blij dat ik in de sprint Sander Kingma nog kon passeren.’’