Niet alleen het laatste rondje door Hallum zal de Open Nederlands kampioen van 2025 zich nog heugen, ook wat er zich na de finish voltrekt. Hij valt dolgelukkig in de armen van coach Roy Boeve en ploeggenoot Marthijn Mulder. Vol ongeloof grijpt hij naar zijn hoofd. Eerste. In Hallum. Neerlands beste in de langste skeelerkoers van het jaar. Dan krijgt hij de telefoon van zijn coach in de handen. Het is ‘Mompie’. Van een echt gesprek komt het niet, maar beiden delen de vreugde. “Twee seconden na de finish kreeg ik die kale kop al in beeld. Zat hij met een biertje voor de livestream te juichen. Schitterend”, vertelt de geëmotioneerde De Gier.
Het illustreert de bijzondere band tussen de 29-jarige rijder en Arjan Mombarg. Afgelopen week bracht De Gier nog een bezoek aan zijn mentor. “Als ik naar de Achterhoek ga, zijn mijn ouders de eerste prioriteit. Een millimeter daarachter komt Mompie. Hij zei van de week tegen mij: ‘Ik heb Hallum een keer gewonnen, het wordt tijd dat je er 1-1 van maakt.’ Prachtig dat het ook gelukt is”, glundert De Gier.
“Hij gaf me geen tips mee in dat gesprek, maar vooral vertrouwen”, haalt De Gier het gesprek terug. Als geen ander weet Mombarg hoe hij zijn mede-Achterhoeker moet raken. De twee leerden elkaar kennen toen De Gier als klein jochie de schaats- en skeelerwinkel van de voormalig toprijder bezocht. Het werd het begin van een bijzondere vriendschap. Mombarg ontpopte zich tot mentor van de talentvolle tiener en steunde hem de afgelopen jaren op de momenten dat De Gier het moeilijk had. “Ik heb zoveel aan die man te danken. Ik kan nog drie levens doorgaan om terug te betalen wat hij voor mij betekend heeft. In de slechte tijden was hij er en wilde hij alles voor me doen.”
De Gier noemt hem zelfs zijn bonusvader. “Als ik bij hem in de winkel werk, vragen ze weleens of ik zijn zoon ben. We grappen dan altijd dat het klopt. Dat geeft aan hoe hecht we zijn. Ik weet zeker dat hij vandaag ook een traantje heeft gelaten.” De Gier hield het eveneens niet droog na de finish. “Solo aankomen in Hallum, tijdens het ONK. Mooier is er niet.”
De gehele koers bevond de rijder van Reggeborgh zich in de voorste gelederen, hoewel hij niet op de meest ideale wielen reed. Want waar de weergoden regen hadden voorspeld, was het bijna de gehele koers droog. “Ik denk dat slechts twee andere skeeleraars net als ik voor regenwielen hadden gekozen. Ik probeerde zoveel mogelijk rechtop af te zetten, zodat mijn wielen niet te veel zouden slijten. Continu was ik bezig met wielmanagement.”
Toen De Gier met Niels Overvoorde en Hylke de Boer wegsprong, kreeg hij de zegen van zijn ploeg Reggeborgh. “Evert had eerder gevraagd hoe het met me ging. Ik stak een duimpje op en hij wist dat ‘Cassie' goed was. Ik heb altijd vertrouwen in de jongens van mijn ploeg en heb de kop meestal niet op winnen staan. Meestal kijk ik hoe ik ze van dienst kan zijn. Vandaag kreeg ik dat terug en voelde ik het vertrouwen in mij.”
In de finale profiteerde De Gier eindelijk van zijn wielkeuze. “Ik hoopte onderweg steeds dat de donkere wolken open zouden barsten. Op het eind kwamen er eindelijk een paar spatjes, die ik optimaal in mijn voordeel kon gebruiken.” Overvoorde moest zijn twee collega’s al snel laten gaan. Hylke de Boer probeerde te demarreren, maar kwam niet weg en schuilde vervolgens achter De Gier. “Hylke zei dat hij niet zo hard door de bochten durfde. Ik wilde testen of dat echt zo was. Had hij een grote bek en volgde hij mij bij een versnelling, dan ging ik niet meer voor hem rijden. Maar hij durfde echt niet en ik sloeg al snel een gat. In de laatste plaatselijke rondjes door Hallum groeide de voorsprong van De Gier enorm. “Het laatste rechte stuk keek ik om en zag ik niemand. Ik kon schreeuwen en het feest al vieren. Het publiek heeft mijn oerkreet gehoord. Machtig.”
De deelname van Hylke de Boer aan dit Open Nederlands Kampioenschap was een principekwestie, zo omschreef hij het zelf. Verschillende malen had hij zich deze en vorige zomer ingeschreven voor skeelerwedstrijden, maar bij het zien van de buienradars verdween telkens zijn naam van de startlijst. “En dan bleef het toch droog. Daar was ik klaar mee. Maakte niet uit wat er vandaag zou gebeuren, ik zou rijden.”
Omdat ook deze keer buien waren voorspeld, werden uit voorzorg de regenwielen gekozen. Veiliger bij een nat wegdek, maar door de extra grip en weerstand nadelig bij droog weer. Het eerste deel van de race had De Boer moeite het tempo van het peloton bij te houden. “Het reed voor geen meter op deze wielen. Conditioneel was ik goed, maar op snelheid werd ik eraf gereden.” Hij bleef zijn wagonnetje aanpikken bij het peloton en kon meespringen toen De Gier en Overvoorde op avontuur gingen. Hoewel hij net als De Gier profiteerde van zijn regenwielen, durfde hij niet te hard door de bochten. “Die wielen helpen een beetje, al blijft het kloten met het natte wegdek. Dat is meer voor de specialisten.”
Zo durft De Boer zichzelf nog niet te noemen. Hij reed pas z’n tweede skeelerwedstrijd op het hoogste niveau. En dan gelijk zilver te pakken tijdens de 100 kilometer van Hallum. Volgens de 21-jarige rijder het gevolg van zijn overstap naar Albert Heijn Zaanlander, waar hij de skeelertrainingen afwerkt met ‘kleppers’ Kevin van der Horst, Sjoerd den Hertog en broer Tjerk. “Het niveau in de trainingen ligt erg hoog. Elke keer rijden we zo hard. Ik merk dat ik steeds beter word. Tot vorige zomer had ik nooit verwacht op het podium te kunnen eindigen.” Daarbij hielp het dat Van der Horst geen ruimte kreeg van het peloton. “Hij is onze beste skeeleraar. Omdat iedereen hem in de gaten hield, kreeg ik als Hallumdebutant meer ruimte.” Op het podium wachtte nog een extraatje voor De Boer, hij kreeg de Willem Poelstra Trofee, voor de meest strijdlustige rijder.