Maar liefst drie van de zes records werden verreden op het snelle marathonparcours in Arnhem. Op het WK noteerden Bianca Roosenboom (senioren) en Bente Kerkhoff (junioren) beiden een nieuw record. Roosenboom deed dat in 1 uur, 10 minuten en 34 seconden en werd daarmee zevende. Kerkhoff finishte korte tijd later in 1 uur, 10 minuten en 57 seconden. Jordy van Workum zette bij de heren junioren ook een recordtijd op de klok. Na 1 uur, 3 minuten en 17 seconden kwam hij over de finish. 

Ook op de korte afstanden werden records verbroken. Twee records kwamen op naam van Marit van Beijnum. Op de 100 meter sprint tijdens het WK in Arnhem, waar ze haar debuut maakte, noteerde ze 11,120. Op de 200 meter tijdrit bij het EK in Oostende reed ze 18,708, waarmee ze maar net naast het podium belandde. Ze werd er vierde. Merijn Scheperkamp tekende eveneens voor een nieuw Nederlands record op de 200 meter. In Oostende behaalde hij in 17,152 het brons. 

Voor de Nederlandse records in het inlineskaten tellen alleen tijden die gereden worden op NK's of internationale titeltoernooien. Zo was Manon Kamminga in zowel 2014 als 2018 in de marathon van Berlijn sneller dan het nieuwe record van Roosenboom. Omdat de wedstrijd in Berlijn geen titeltoernooi is, werden de eindtijden daar niet als Nederlands record geregistreerd. 

Klik hier voor een overzicht van alle records en statistieken.