De dames gingen in de eerste halve finale van start, maar hun wedstrijd werd al snel onderbroken nadat er een fikse valpartij was ontstaan na een botsing met een blokjeslegger. De wedstrijd werd afgefloten en na de oorspronkelijke tweede halve finale opnieuw gestart.
Rianne de Vries, Suzanne Schulting, Yara van Kerkhof en Lara van Ruijven mengden zich aanvankelijk behoorlijk in de strijd om de eerste twee plaatsen in de race. Iets voorbij de helft van de wedstrijd zetten de dames de Canadese ploeg een beetje onder druk door ze te passeren en de tweede positie achter China in te nemen.
De wraak van de Canadezen was zoet. Marianne St-Gelais zette één keer aan, Nederland kwam in het gedrang en moest ineens een flinke afstand toegeven op de Chinezen en Canadezen. In de laatste ronde wist Van Kerkhof de aansluiting wel weer te maken, maar niet meer dan dat. Ze kon de Canadezen en Chinezen niet meer passeren en moest genoegen nemen met de derde plaats.
De A-finale bij de dames wordt een strijd tussen Zuid-Korea, China, Rusland en Canada. In de B-finale treft Nederland Japan, Frankrijk en Italië.
De heren hadden meer moeite nog dan de dames om echt mee te strijden in de halve finale. De damesploeg miste alleen Jorien ter Mors, maar de heren moesten het stellen zonder de vaste waardes Sjinkie Knegt en Daan Breeuwsma.
Adwin Snellink, Mark Prinsen, Itzhak de Laat en Freek van der Wart deden wat ze konden, maar gaven Zuid-Korea en China niet echt partij. Zeker naar het einde van de wedstrijd toe moesten ze veel terrein prijsgeven. De ploeg eindigde als vierde, ook nog achter Italië.
Bij de heren rijden de ploegen van Zuid-Korea, Canada, China en Hongarije de A-finale. Nederland is samen met Italië, de Verenigde Staten en Rusland veroordeeld tot de troostfinale.