Een goede ontwikkeling voor het Nederlandse kunstrijden, dat met het grote aantal debutanten laat zien dat het niveau in de breedte stijgt. Het gebrek aan ervaring en routine zorgde er helaas voor dat Bell en de tweeling Epstein in Innsbruck nog niet lieten zien wat ze in huis hebben. Bell eindigde met 84.11 punten op een 22e plaats in een veld van dertig deelnemers. Rachel en Dmitri Epstein scoorden in totaal 86.33 punten en behaalden daarmee een achttiende plaats.

Kim Bell, die als een van de weinige Nederlandse rijdsters de moeilijke drievoudige sprongen flip en lutz beheerst, liet deze in de korte kür zien, hoewel niet helemaal zuiver. Met een ook iets mindere dubbel axel reed ze zich toch verdienstelijk naar de zeventiende plaats in het tussenklassement. Bij de lange kür slopen er helaas meer foutjes in, waardoor ze haar positie niet kon vasthouden.

“Het is echt heel jammer. Ze was totaal niet nerveus, had geen bibberige benen,” vertelt teamleader Willy van Veen na afloop van de lange kür. Analyserend vervolgt ze: “Ze had niet verwacht dat ze met de drievoudig lutz zou vallen. Toen ze vervolgens ook de dubbel axel viel, was ze het even kwijt. Ze deed nog een aantal dubbele sprongen, gooide er een aantal open, en dan blijft er vrij weinig over. Gelukkig haalde ze wel hoge levels op de pirouettes.”

Bell had de pech geblesseerd te zijn geweest gedurende de zomermaanden waardoor ze maar kort maximaal heeft kunnen trainen. “Daardoor miste ze een stuk routine, al is dat natuurlijk geen excuus. Ze vindt het verschrikkelijk, is echt niet blij,” aldus Van Veen.

De tweeling Epstein verscheen na hun debuut vorig jaar op het WK Junioren, nu voor het eerst aan de start in een Junior Grand Prix. “Rachel en Dmitri hadden echt pech dat in de korte kür hun pairspin niet gecalled werd. In de lange kür gebeurde eigenlijk hetzelfde, maar nu met de dodenspiraal. Ze hebben echt niet slecht gereden, maar dan laat je wel een aantal punten liggen,” vertelt Van Veen over het optreden van het Nederlandse paar.

Sinds twee weken heeft het enige Nederlandse juniorenpaar een nieuwe coach en de samenwerking lijkt goede perspectieven te bieden. “Ze zijn pas twee weken met hem aan het werk, maar ze zijn al enorm vooruit gegaan. Vanuit Moskou komt hij nu drie maanden naar Nederland en daarna zal hij heen en weer naar Moskou gaan, maar daar vinden ze vast een goede weg in,” vertelt Van Veen enthousiast.