Kamminga viel in de laatste ronde van de 1000 meter. Haar serie was de snelste en de kans dat ze zich op tijd zou plaatsen voor de finale was reëel. Kamminga hield zelf enkele ronden het tempo hoog. “Ik voel me nog steeds sterk. We moeten de komende dagen op het wegparcours dan nog maar wat laten zien”, verwoordde ze de teleurstelling.

Eerst krijgt ze vanavond, samen met Irene Schouten en Elma de Vries, de kans om succes te halen. “Maar eerlijk gezegd geloof ik niet dat het onze grootste kans op een medaille is.” De Vries is positiever. “We zijn met zes teams in de finale en er zijn drie medailles. Dat is fifty-fifty. Er gebeurt altijd veel in zo’n finale, alles is mogelijk.”

Mark Horsten had vooraf vooral ingezet op de 1000 meter. In de series ging de 25-jarige pitsespecialist er echter uit. “Ik had niet het gevoel dat ik gisteren had. Ik voelde me een beetje leeg.” Horsten liep enkele weken geleden nog een voedselvergiftiging op en ondervindt daarvan nog de gevolgen. “Ik herstel minder snel.”

Op de 500 meter gisteren werd hij uiteindelijk zevende. “En dat is mijn beste prestatie ooit op een WK. Ik kan dus niet ontevreden zijn. Maar om eerlijk te zijn miste ik de focus die ik op de Europese kampioenschappen had. Toen vond ik de baan heerlijk en wist ik dat ik kansen maakte op medailles. Dat maakte me toen scherper.”

De druiven waren zuur voor de junioren jongens. Op enkele duizendsten van een seconde misten ze de relayfinale. Even daarvoor werd Lars Scheenstra teruggezet van de tweede naar de derde plaats in de 500 meter voorronde. Hij zou van zijn lijn zijn geweken, maar die jurybeslissing was discutabel.

De senioren heren werden op waarde geklopt. Crispijn Ariëns, Sjoerd Huisman en Horsten finishten als vierde, terwijl de eerste twee zich plaatsten.