Oranje heeft nu dertig gouden medailles veroverd op de Winterspelen, één meer dan de Verenigde Staten. Voorafgaand aan de 500 meter van maandag voerde Nederland al de 'eeuwige' ranglijst in het schaatsen aan omdat het meer zilveren medailles in de wacht heeft gesleept dan de Verenigde Staten.
Noorwegen staat derde op de lijst met 25 keer goud, 28 keer zilver en 27 keer brons, voor de Sovjet-Unie en Duitsland. Logischerwijs heeft de Sovjet-Unie na het uiteenvallen van de communistische staat geen medailles meer veroverd.
Ook wat betreft het aantal gewonnen medailles leidt Nederland de dans met 89 plakken. Noorwegen en de Verenigde Staten volgen op gepaste afstand met 80 en 67 medailles.
Daarnaast heeft Nederland nu al bijna evenveel medailles als tijdens de gehele vorige Olympische Spelen. In Vancouver in 2010 kwam Oranje uit op acht plakken: vier gouden, een zilveren en drie bronzen.
In Sotsji verzamelden de Nederlandse schaatsers in de eerste drie dagen al drie keer goud, tweemaal zilver en tweemaal brons; in totaal dus zeven medailles. Naar verwachting komt daar nog eremetaal bij.
Alleen al op het gebied van langebaanschaatsen is Nederland al succesvoller dan vier jaar geleden. Toen pakten Kramer (vijf kilometer), Mark Tuitert (1500 meter) en Wüst (1500 meter) goud. Kramer (vijf kilometer), Wüst (drie kilometer) en Michel Mulder (500 meter) zorgden er in de Adler Arena voor dat de teller nu ook al op drie keer goud staat.
Annette Gerritsen pakte in Canada als enige Nederlandse sporter een zilveren medaille. Nu heeft Oranje er al één meer: Jan Blokhuijsen en Jan Smeekens eindigden als tweede.
Laurine van Riessen, Bob de Jong en de mannen achtervolgingsploeg bezorgden Nederland bij de vorige Spelen bronzen medailles. Met Jorrit Bergsma en Ronald Mulder staat de teller nu op twee.