Vanaf dat we vorige week terug zijn gekomen van het WK sprint in Calgary staat de wereld op zijn kop. Ik heb voor het eerst in jaren kunnen meegenieten van de natuurijsgekte. Voor ons is het schaatsseizoen natuurlijk in volle gang en normaal hebben wij altijd belangrijke wedstrijden op het programma staan. Het schaatsen op natuurijs past daar dan niet bij. Nu staat pas 2 maart de eerste World Cup weer gepland.

Eigenlijk begon de gekte vorige week donderdag. We waren aan het schaatsen op Thialf en hoorde berichten over het NK kortebaan. Thijsje zou ook meedoen. We hadden toch een sprinttraining op het programma staan dus zou het niet leuk zijn om ook mee te doen. Van het een kwam het ander.

De kortebaankoorts verspreidde zich over heel Thialf en voor we het wisten stonden we met de hele sprinttop aan de start. Het werd gehouden in Alteveer. Google maps leerde me dat het plaatsje 220 km rijden was. Maar niets hield ons meer tegen! Wij gingen sprinten!!

Vader, moeder en broertje mee en we gingen op pad. Het was uiteindelijk een helse tocht van 3,5 door de sneeuwval en we kwamen veel te laat aan. Gelukkig was ik niet de enige die er last van had. De wedstrijd werd uitgesteld en we konden allemaal gewoon starten.

Vroeger heb ik veel kortebaan gereden en ik was een beetje vergeten hoe leuk dat was. 140 meter knallen, eigenlijk rennen op schaatsen. Ik moest genoegen nemen met de 2e plaats maar ik heb een geweldige avond beleefd. Steenkoud en old school. Het was de helse tocht meer dan waard.

Vanaf toen is mijn natuurijskoorts alleen maar gestegen. Ondanks de helse kou was het genieten! Toen de temperatuur daalde steeg de koorts.

De elfstedenkoorts beleefde woensdag zijn hoogtepunt. Helaas kon de tocht niet doorgaan en na het slechte nieuws verdween de koorts weer even snel als dat die kwam. Iedereen vroeg aan mij of ik mee wilde doen met de tocht der tochten. En als mijn antwoord dan ‘nee’ was keken ze me verontwaardigd aan en kwam uiteraard de vraag: waarom?

De elfstedentocht lijkt me een geweldig evenement om mee te maken, historisch. Je hoort van iedereen verhalen over vroeger, de een nog sterker dan de andere. Maar het is geweldig om naar te luisteren en het lijkt me te gek om mee te maken. Maar ik ben een sprintster van beroep. Tweehonderd kilometer schaatsen is dus (nog) niet aan mij. Maar zeg nooit nooit!

Uiteindelijk als ik straks een oud omaatje ben hoop ik tegen mijn (klein)kinderen te kunnen vertellen. ‘Vroeger kinders, in de helse winter van 2016....’ Voor nu eerst sprinten met zaterdag de ‘Keizersrace’. Voor het eerst in vijftien jaar wordt deze gehouden. Mijn lang gekoesterde droom gaat in vervulling. Racen op de grachten van Amsterdam... WOW!