Het grote sportgeluk dat Melle van ’t Wout (25) weer ervaart na oneindig lijkend blessureleed verdringt met gemak het chagrijn over de eerder op de middag opgelopen penalty. Een domme actie in de voorronde van de 1000 meter, waarbij een Hongaarse jongen is betrokken, heeft hem de kop gekost. Uitsluiting, en dus geen toegang tot de eindfase van het toernooi op dit nummer. Hij is er rustig onder, beseffend dat hij sowieso geen punten pakt en afhankelijk is van de scores op de 500 meter en de 1500 meter. “Het is niet handig: ik ben beter op de 1000 meter dan op de 1500. Tja, ik kan erin blijven hangen. Na de 1000 daarstraks moest ik nog de 500 meter doorkomen. Daarom heb ik de knop snel omgezet”, vertelt hij na een lange dag van glijden en strijden.
Melle beseft dat hij nog keihard zal moeten werken om zijn doelen te bereiken. Hij is de nummer twee in ranking van de 500 meter, achter broer Jens die normaliter de winnaar wordt van alle afstanden. En in de reglementen van het kwalificatieproces valt te lezen dat een runner-up ook nagenoeg zeker is van de World Tour. “Wat is er mooier dan straks aan die afstand mee te kunnen doen in Canada?”
’t Is bijna een wonder. “Verleden jaar stond ik rond deze tijd niet eens op het ijs. Sterker nog, ik heb twee jaar niet getraind, maar ook niet geracet. Dat zijn twee heel verschillende zaken. Neem bijvoorbeeld de uitslagen van de tijdrit (vorige week, deel 1 van de World Tour-kwalificatie, red.): daarin deed ik niet echt mee. Tegen de klok schaatsen komt aan op hardheid. Wanneer je twee seizoenen niet ‘lactaat heb kunnen beuken’, verlies je dat. Draait het om racen, dan wring ik me er wel tussen. Want de skills zijn er nog. Daar ben ik erg blij om, ik kan weer op intuïtie rijden, al merkte ik vorige week en vandaag dat ik af en toe niet helemaal de benen al heb om het waar te maken én af te maken. Het gaat de goede kant op: donderdag schaatste ik op kop van de groep een persoonlijk record voor dit seizoen.”
Je proeft aan alles dat dit een gedroomde comeback aan het worden is, waar die ook mag eindigen. Daar hoort op z’n tijd frustratie bij. “Vorig weekend reageerde ik pissig na een wedstrijd dat ik niet bij machte was een race winnend af te ronden, terwijl ik wist hoe ik moest inhalen. Mijn broer Jens zei direct: ‘Je moet niet zeuren, want je hebt nog niet veel ijsuren kunnen maken’. Ik had hoge verwachtingen, tegelijkertijd ben ik me ervan bewust dat ik niet te veel verwachtingen mag hebben. Wat ik allemaal meemaak, is bijna een cadeautje. De voorbije twee jaar zijn zo klote geweest door het blessureleed. Ik wil hard rijden en moet met beide benen op de grond blijven. Snappen waar ik vandaan kom. In 2024 keek ik naar de DOS. Nu doe ik eventueel mee om… nou ja, ik sta vierde. Het is zo leuk om weer te racen, om die spanning te voelen. Dat het ergens om gaat. Dat heb ik ook twee jaar gemist. Ik heb die periode een soort van monotoon doorgebracht, terwijl je gewend bent om die pieken en die dalen mee te maken, dóór de topsport. Ja, ik ben heel tevreden.”
Hopelijk zaterdagmiddag ook nog.
Voor de leden van TeamNL was de eerste dag van de DOS een kwestie van overleven en de finaledagen halen op de 500, 1000 en 1500 meter. Slechts Bibi Arts haalde (naast de gediskwalificeerde Melle van 't Wout) het hoofdtoernooi op de 1000 meter niet. Ze werd in haar heat vijfde en laatste. Selma Poutsma, wat ziekjes, werd gespaard en reed alleen een relaywedstrijd mee. De uitslagen van de kwalificaties staan hier