Waar de langebaners nog een weekje op hun honger moeten zitten, betraden de leden van de Nationale Trainingsselectie Shorttrack maandagmiddag voor het eerst deze zomer het ijs van Thialf. In de schaatshuiskamer van Nederland gaat men verder met de voorbereiding op de Olympische Spelen, over iets meer dan zeven maanden. Voor Bibi Arts lijkt het gesneden koek. De 20-jarige debutante in het keurkorps van bondscoach Niels Kerstholt sloot dit voorjaar officieel aan bij de ploeg. Toch deed ze al ervaring op in de World Tour en leerde ze het klappen van de zweep bij de NTS.
“De meeste mensen had ik al leren kennen”, begint ze het gesprek. Arts reed in de jeugd met veel van de meiden die nu in de selectie zitten. Het teambuildingsuitje naar Oostenrijk was wat dat betreft geen sprong in het diepe. Het feit dat de staf strikt geheim hield waar de ploeg heen zou gaan en wat ze zouden moeten doen, maakte het spannend. “Ik had me een soort Kamp van Koningsbrugge (het televisieprogramma waarin gewone burgers fysiek en mentaal getraind worden als special forces, red.) voorgesteld. Maar het bleek gewoon teambuilding. Hartstikke leuk.”
Veel geheimen kende de NTS niet voor de Udense. Ze ging vorig jaar mee op de internationale tour en maakte zodoende al kennis met vrijwel alle mensen. Het contrast was vooral groot qua staf, aldus Arts. “Vorig jaar deed Benny Bruggemans in zijn eentje eigenlijk alles. Nu zijn er veel meer mensen die ons met allerlei dingen helpen. Materiaalman Kip Carpenter bekijkt mijn schaatsen na elke training, dat gebeurde eerder niet.” Met een glimlach: “Ik moet zeggen: het went heel snel. Die wedstrijden en eerdere momenten met de NTS hebben ertoe bijgedragen dat het zo lekker gaat. Ik ben er heel soepel ingerold.”
Rustig wachtend op haar kans bracht ze de meeste World Tour-weekenden door op de reservebank. “Ik trainde mee, tegen de tijd dat ik echt debuteerde waren we al een paar World Tour-weekenden verder. Dat was ideaal voor mij.” In Tilburg was het voor eigen publiek zover. De Udense mocht aantreden in de kwartfinale van de relay met de vrouwenploeg. “We hadden al veel getraind, de rijders wisten precies wat ze aan me hadden. Op dat moment was ik bezig met mijn belangrijkste taak: vier keer anderhalf rondje hard rijden. Pas na die World Tour in Tilburg had ik zoiets van: oh shit, dit heb ik gewoon gedaan.”
Na de Oostenrijkse teambuilding en het eerste trainingskamp in Bormio is Thialf de komende weken en maanden de uitvalsbasis voor de Nederlandse ploeg. Arts voelt zich er thuis. Ze kwam vorig jaar in Heerenveen wonen toen ze onder leiding van Bruggemans ging trainen, studeert inmiddels in Leeuwarden en woont samen. “Ik woon al sinds mijn veertiende op mezelf”, doelt ze op het feit dat ze bij het KNSB Talent Team Zuidwest ook al haar eigenlijk woonplek had. De trainingen zijn wel anders. “Er wordt veel meer uitgelegd wat we doen. Dat is voor mij als nieuweling ideaal; ik weet precies wat er van me gevraagd wordt en welke belasting daarbij hoort.”
“Ik ben een beetje koppig”, zegt Arts zelfbewust als haar studie ter sprake komt. Ze begon twee jaar geleden in Rotterdam met haar studie aan de lerarenopleiding en haalde in haar eerste jaar meteen haar propedeuse. Hoewel ze als atlete steeds meer tijd moet besteden aan haar sport, probeert ze waar mogelijk zoveel mogelijk door te gaan met haar studie.
“Daarmee maak ik het mezelf niet makkelijk”, erkent ze. “Ik moet nog enkele deadlines halen, maar dan ga ik gewoon over naar het derde jaar. Het was soms kielekiele, ik heb door de World Tour een vak gemist. Gelukkig is het een lerarenopleiding en moet ik heel veel zelf doen. Ik ben nu bezig dat vak in te halen.
Ze is van plan na de zomer gewoon door te gaan met de studie, ondanks haar 'lidmaatschap' bij de NTS. “Het derde jaar is normaal gesproken iets rustiger, maar ik moet wel op stage en een minor doen. Of dat allemaal lukt, weet ik nog niet. Dat is een zorg voor later. Ik begin komend schooljaar met het vakdidactische gedeelte. Dan zien we wel hoe het loopt. Ik heb afgelopen jaar geleerd dat je veel kunt plannen, maar het loopt toch anders.”
Op sportief vlak is de twintigjarige schaatsster hard bezig om zichzelf te verbeteren en op het niveau van haar ploeggenotes te komen. Dat doet ze onder meer met meer trainingsuren op de fiets en ook in het krachthonk gaat ze vooruit. “Vanochtend heb ik weer wat persoonlijke records behaald”, klinkt het opgewekt. Verder moet Arts werken aan de hardheid, het achter elkaar rijden van meerdere snelle rondes. Hoewel het seizoen nog maar tien ijstrainingen oud is, voelt ze die verbetering. “Ik vind shorttrack bij uitstek een sport die je met je hoofd doet. Als je er lekker in zit, gaat de rest ook goed.”
Met het ontbreken van Angel Daleman en Suzanne Schulting in de shorttrackselectie van Kerstholt, betekent het tevens dat er kansen liggen voor de nieuweling. Een ticket naar de Olympische Spelen in Milaan is ineens dichterbij dan gedacht. “Ik ben me er van bewust dat er kansen liggen, tegelijkertijd denk ik er niet veel over na. Als ik dagelijks opsta met het idee dat ik naar Milaan kan, ga ik niet harder schaatsen. Ik blijf lekker bij mezelf. Het is niet zo dat ik na deze Spelen stop, het is meer mogen dan moeten op dit moment. Ik sta er vrij onbevangen in, het is moeilijk te voorspellen.”
Ze trekt de vergelijking met Sjinkie Knegt, de nestor van de ploeg die nog eenmaal op het hoogste niveau wil schitteren. “Voor hem is het een hoofddoel om naar Milaan te gaan, vooral ook omdat het daarna echt klaar is. Voor mij is het een eerste halte. Het is een doel, ik ben nog maar twintig en heb de tijd om mijn droom waar te maken.”