Langs de kant keken de volgers elkaar eens verbaasd aan. De koers was amper begonnen of Bart Mol reed al weg. Natuurlijk, de West-Fries is sterk, maar zo vroeg in een koers die zo zwaar beloofde te worden? Het leek gekkenwerk. Niet voor de rijder van Primagaz/Telstar zelf. "Ik wilde het gewoon proberen, al was het natuurlijk ook het plan de koers hard te maken voor de rest."

Datzelfde voornemen had Willem Hut, die namens Van Werven aansluiting zocht bij Mol. Het duo reed uiteindelijk bijna honderd kilometer samen op kop. En daar zaten, bekent Mol, best moeilijke momenten bij. "Als je maar met z’n tweeën bent, krijg je niet veel kans om even te herstellen. En die stukken tegen de storm in waren echt loodzwaar. De voorsprong schommelde rond de minuut. Soms wel 1.20 of 1.30. Maar er waren ook momenten dat we dachten dat ze ons zouden terughalen. Hoe dan ook besloten we samen zo lang mogelijk door te rijden."

Dat het een aanslag was op de krachten van beide mannen, bleek wel uit een typerend moment na zo’n veertig kilometer. "Gaan ze ‘m inkorten? Gaan ze ‘m inkorten?", schreeuwde Mol in het voorbijgaan hoopvol naar ploegmanager Edward van Dijk. Maar daarvan was geen sprake. Het was zwaar, maar niet extreem genoeg. "Ach, ik kon het proberen", verklaarde Mol lachend. "Was alleen maar in ons voordeel geweest."

Onafwendbaar was het moment waarop de twee toch werden bijgehaald. Een heuse sneeuwjacht had het voor het duo niet makkelijker gemaakt. Het zicht was minimaal en de krachten namen snel af. Toch wist Mol weer aan te pikken bij Gary Hekman, Jouke Hoogeveen en zijn ploeggenoten Frank Vreugdenhil en Simon Schouten. "Ik wilde met ze mee. Ook voor de ploeg. Misschien kon ik nog iets voor ze doen. Maar het kostte veel kracht. Er was zelfs geen momentje om even de rug te strekken."

Ook na de demarrage van winnaar Jouke Hoogeveen ging Mol nog door. "Ik had even het idee dat ik samen met Simon nog kon terugkomen bij Hoogeveen, maar die reed echt zo hard door dat hij zelfs nog uitliep op ons. Maar we waren daardoor wel de andere twee kwijt." Mol mocht daarom met Schouten sprinten om plaats twee. "Maar voor een sprint had ik niet veel power meer. Ik was leeg, was ontzettend blij dat ik sowieso de streep haalde."

Dat was inderdaad al een kunststukje op zich, want het gebeurt niet vaak dat een rijder zo lang vooruit is, nog weet aan te pikken als hij wordt bijgehaald en dan uiteindelijk ook nog op het podium belandt. "Ik ben ook heel tevreden. Die derde plek is een mooi resultaat, maar ik heb er natuurlijk ooit nog eens eentje te winnen."