"Als je ziet wat de karrenvracht aan medailles is, hebben we het goed gedaan. Ik ben uitermate content over de prestaties", is de eerste reactie van de bondscoach, om daarna direct een kritische noot toe te voegen. "Het hadden er alleen nog meer kunnen zijn." Het tekent de eerzuchtige houding van de Nederlandse ploeg, die op slechts vijf van de veertien onderdelen niet het goud pakte. "Over de teamsprint bij de mannen zijn we erg teleurgesteld. We voelen ons tekort gedaan."

Wat gebeurde er dan precies op dat relatief nieuwe onderdeel in het schaatsen, is dan de logische vraag. Een DQ achter de namen van Kayo Vos, Joep Wennemars en Tim Prins zegt immers niet zoveel. "Het staat wollig omschreven in de regels", stelt Kolder vast. "Er staat dat je voor het ingaan van de bocht gewisseld moet hebben. Tim reed niet meer op kop en bij de bocht was Joep er al voorbij. Alleen stond er nog een pion ergens en dat werd gezien als de ingang van de bocht. Ook de scheidsrechter vond dat je de regels op meerdere manier kunt uitleggen, alleen toen greep de ISU in en was het klaar. Dan kun je niet meer protesteren."

Lijkt makkelijk, is het niet
Het is een smetje op een verder haast vlekkeloos weekend, waarin de ene na de andere afstand gewonnen werd. Met Joep Wennemars (500, 1000 en allround), Chloé Hoogendoorn (team sprint, ploegenachtervolging en mass start) en Jade Groenewoud (1500, 3000, allround en ploegenachtervolging) als grote winnaars heeft Kolder een uitstekend toernooi achter de rug. Na een jaar zonder junioren-WK was het immers afwachten hoe de nieuwe lichting ervoor zou staan in een internationaal deelnemersveld. 

Foto: ISU

Ook al was de revelatie van het moment, de Amerikaan Jordan Stolz, in Oostenrijk niet van de partij, de Nederlandse jongens stonden na een aantal jaren van relatieve droogte aardig hun mannetje. Vijf jaar na Chris Huizinga was Joep Wennemars weer de eerste Nederlander die het allroundklassement op zijn naam wist te schrijven. Janno Botman was in 2019 de enige die in de tussenliggende jaren op een individuele afstand nog eens de beste was. 

Dat het tij gekeerd lijkt, wijdt Kolder aan het beleid dat een jaar voor zijn terugkeer bij de KNSB gewijzigd is. "Het lijkt allemaal heel makkelijk, dat is het zeker niet. Destijds is de noodbel geluid ten aanzien van de jongens. Toen is op een aantal dingen ingezet, waaronder meer gezamenlijke trainingen en het stimuleren van het allrounden en de lange afstanden (onder meer door het NK-format te wijzigen, red.). Je ziet nu een groot veld met veel jongens die stappen maken. En natuurlijk hebben we nu twee uitzonderlijke talenten met Tim en Joep en die al het hele seizoen het beste in elkaar naar boven halen. Hopelijk is dat over vier jaar bij de Spelen in Italië nog steeds zo."

Opladen
En zo lijkt het juniorenseizoen er voor het grootste deel alweer op te zitten. Nog een grote afspraak resteert en dat is het NK Sprint en lange afstanden, dat op 19 en 20 februari in Enschede gehouden wordt. Voor de WK-ploeg zal dat weer even schakelen zijn, verwacht Kolder. "Het is zonde dat het WK zo vroeg in het seizoen is, want het drukt het programma in elkaar. Iedereen gaat nu weer kijken hoe de komende tijd eruit komt te zien. Wil je technisch dingen veranderen, materiaal testen of iets eerder rust pakken? Ga je wel of niet inlineskaten of investeer je meer in krachttraining? Het zijn individuele keuzes die je nu kan of moet maken. Dan vraagt zo'n NK wel weer wat. Je moet je goed kunnen opladen als je net een WK hebt gehad."

Kolder kijkt intussen dus ook alweer naar volgend jaar. Van de huidige WK-ploeg zijn er maar een paar die volgend jaar te oud zijn om mee te doen. De bondscoach ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. "Het was heel mooi om te zien dat we veel eerstejaars junioren mee hadden. Daar kunnen we dus nog een jaar van genieten. De teamsprint-ploeg bij de dames blijft intact en als je ziet hoe ze nu al samenwerken, kan dat echt nog wat moois worden. Op de ploegenachtervolging is een vervanger nodig voor Evelien (Vijn, red.). Maar dat is ook het mooie. Dit geeft anderen het gevoel dat er om gevochten moet worden en het motiveert ze om beter te worden. Als ze nu al dit niveau hebben, wordt het volgend seizoen een mooi WK in Inzell."