“Ik heb nog nooit zulke goede uitslagen gereden, aan het begin van het seizoen”, zegt Ineke Dedden van de ploeg Palet Vastgoedonderhoud. “Nou ja, begin. We zijn al voorbij halverwege”, corrigeert ze snel. “Maar het gaat hartstikke goed ja.” De verspreking is logisch: als je het naar je zin hebt, dan gaat de tijd snel. En Ineke heeft reden om het naar haar zin te hebben: winst in Deventer, een zestal podiumplaatsen en acht keer in de top 10, het  is de tussenstand van dit seizoen. En had ze geen corona gekregen, dat zou ze in de competitie waarschijnlijk gewoon in dat oranje leiderspak hebben rondgereden.

‘Jammer van die 3 kilometer’
‘Best of the rest’, zou je haar oneerbiedig kunnen noemen, maar daar doe je haar mee te kort. Want ze is allround. Is goed in de lange aanval, maar kan inmiddels ook behoorlijk sprinten, zo liet ze afgelopen zondag zien. Sterke uitslagen, continu voorin, het is zo’n smaakmaakster die altijd wel te porren is voor een mooie, zware wedstrijd. De wedstrijd op natuurijs afgelopen zondag was bepaald geen uitzondering, of je nou meedoet aan het Olympisch Kwalificatietoernooi of niet. “Zondag om 12.00 uur kregen we te horen dat het doorging in Noordlaren. Ik had er eigenlijk geen moment aan gedacht. Maar ik dacht: ik ga sowieso die marathon rijden. Dat is dan jammer voor de 3 kilometer.” Met die tweede plek liet ze zien een goeie keus te hebben gemaakt. Dat die 3 kilometer niet zo liep als ze vooraf misschien wilde, was bijzaak. 

Foto: Neeke Smit

Veel aanvallen op het NK
Of zo’n mooie uitslag haar kansen op een Nederlandse titel vergroot, wil ze niet zeggen. "Je weet wie er allemaal meedoen. Ik ga er van uit dat Zaanlander met een voltallig team aan de start staat, dus ja… Die zijn er de rest van het seizoen niet met een voltallig team bij geweest. Dat is een hele lastige”, zegt ze vaststellend. “Ik denk dat we het NK moeten rijden als een gewone marathon, met veel aanvallen. En ja, het kan ook een keer zijn dat ze niet bij de kopgroep zitten, of dat ze onderuit gaan. Dat weet je nooit. Er zijn altijd kansen. En dan hopen op een kopgroepje met zo min mogelijk groenen, dat de kansen voor ons groter worden.”

Lastige opgave tegen Team Zaanlander
Het wordt opboksen tegen een collectief waarvan iedereen weet wat winnen is. “Een podiumplek”, antwoordt ze dan ook eerlijk op de vraag wanneer haar NK geslaagd is. “Want met Irene, Elisa en Marijke wordt het toch wel een heel zware opgave denk ik, om dat eerste treetje te pakken. Maar ik denk dat het belangrijker is om er niet teveel mee bezig te zijn, want dat belemmert je alleen maar. Je moet gewoon vrij rijden en de kansen pakken die er zijn. En dat mag ook een teamgenoot zijn”, besluit ze, waarbij ze doelt op die andere sterke rijdsters in de zwart-blauwe formatie, zoals Elsemieke van Maaren, Tjilde Bennis en Jade van der Molen. “Die kunnen natuurlijk ook hun kansen pakken. We rijden gewoon voor het team!”