Terwijl haar collega’s van Salt Lake City naar Calgary verhuisden, bereidde Merel Conijn zich de afgelopen dagen rustig voor op de Vierdaagse van Noord-Holland. Lekker marathons rijden, geen verre vliegreizen maken, geen tijdzones doorkruisen, maar dichtbij huis doen wat ze het liefste doet: lekker lang schaatsen.
Ogenschijnlijk onbevangen vloog ze over het ijs van de Jaap Edenbaan, waar het weliswaar koud was, maar wel droog. Vanaf het begin trok ze ten aanval en dat resulteerde al vroeg in de wedstrijd tot een mooie kopgroep, waarin Conijn (TeamNL Langebaan) gezelschap had van Maaike Verweij (Albert Heijn Zaanlander) en Kim Talsma (Interfarms/Galesloot Constructiebedrijf).
Nadat Sofia Schilder de sprint om de vierde plaats had gewonnen, was de ijsvloer aan het leidende drietal. Die maakten er een eerlijk gevecht van, dat Conijn overtuigend won. De tweede plaats was voor Talsma, het brons voor Verweij.
Voor Merel Conijn was het haar eerste zege bij een marathon. Sterker nog: ze had nooit eerder op het erepodium gestaan. Ze wist niet eens dat ze direct na afloop naar de huldiging moest, wat haar bijna een boete (van tien euro) kostte. “Sorry”, zei ze oprecht tegen de juryleden die voor de ceremonie op haar stonden te wachten.
Conijn had gewoon een avond plezier gemaakt. Lekker schaatsen, geen gedoe. Hoewel ze een echte langebaanschaatser is, specialist op de langste afstanden, houdt ze ook wel van het rijden in packstyle. Mass starts, marathons, daar gaat haar hart wel sneller van kloppen. Met weemoed denkt ze nog terug aan het laatste WK dat ze reed als junior, in het Poolse Tomaszow Mazowiecki. “Ik was solo op weg naar goud op de mass start. Met nog 300 meter te rijden had ik 100 meter voorsprong. Vanwege een valpartij achter mij werd de wedstrijd afgeblazen en kregen we een herstart. De hele race moest over. Ik werd alsnog derde, maar het was echt heel jammer dat ik die titel miste.”
De marathon die ze gisteren reed, was haar 19de. Ze beschouwt deze wedstrijden als een prima training voor dat grote doel: de Olympische Spelen van Milaan. Om die te bereiken, moet ze goed zijn op het OKT eind december, en daarom reisde ze niet mee af naar de World Cups overzee. Daar heeft ze slechte ervaring mee en dus waagt ze zich dit seizoen niet aan zo’n langdurige trip.
Over die keuze is intussen veel gezegd en geschreven. Conijn heeft daar niets meer aan toe te voegen. Ze is nu senang in Noord-Holland, haar thuisprovincie, waar ze gewoon in een en dezelfde tijdszone kan blijven. Ze heeft zin in deze meerdaagse wedstrijd, wil het liefst elke dag lekker ten aanval trekken. Morgen staat ze zeker weer aan de start in Haarlem. Hoe groot de kans is dat ze zondag in Hoorn meedoet? Dat hangt van haar trainer Jillert Anema af, want hoewel ze bij de marathon namens TeamNL rijdt, staat ze natuurlijk gewoon onder contract bij Team Albert Heijn Zaanlander. Bij die ploeg is Jillerts wil nog altijd wet.
“Ik wil graag alles rijden, maar we bekijken het per dag. Mijn belangrijkste doel komt pas later dit seizoen”, besluit Conijn. Deze vierdaagse eventueel winnen, zou leuk zijn, Maar uiteindelijk wil ze vlammen op de Olympische Spelen, die ze dan eerst nog wel moet zien te bereiken.
Voor Kim Talsma zijn de Spelen geen issue. Zij liet vandaag opnieuw zien dat ze in prima vorm verkeert. Met haar tweede plaats was ze dik tevreden. Dat ze morgen in het lotenpak mag starten, als leidster in het sprintklassement, is leuk meegenomen. Maar zij mikt wel degelijk op de eindzege, die zondag in Hoorn kan worden behaald. “Ik voel me dit jaar sterker dan bij de Vierdaagse van vorig jaar. Het zal wel zwaar worden, met op de slotdag een koers over zelfs honderd ronden. Ik kijk vooral op tegen de kou. We gaan zien wat het gaat brengen.”