“Ik sta anders op de baan”, vertelt De Vries. “Ik heb het allemaal meer los durven laten.” Toen de oud-wereldkampioen bij de junioren onder Orie bij Control trainde wilde hij te snel mee met de wereldtop.

Dat lag niet aan de coach, maar aan hem zelf. “Ze zeiden wel tegen me dat ik geduld moest hebben, maar dat kwam bij mij niet binnen.”

“Ik heb jaren gedacht dat ik er móest staan. Nu mag ik er staan”, vat hij samen. “Ik stond op een gegeven moment aan de start van een 1500 meter terwijl ik dacht: tot 700 meter red ik het wel, maar daarna? En dan toch op karakter erin klappen.”

Mentaal liep het de laatste jaren niet goed bij De Vries. Toch nam hij geen sportpsycholoog in de arm. “Dat paste niet in de ploegcultuur. Dat kon niet. Als het fysiek niet loopt dan ga je ook niet bij een andere trainer langs.” Dat is een normaal gegeven vindt De Vries. “Je krijgt zoveel van je ploeg, dan moet je niet zelf nog andere dingen gaan regelen. Dan moet je weggaan, maar zo stond ik er toen nog niet in.”

Daar kwam in zijn laatste jaar verandering in. De Vries begreep dat het roer om moest en stapte over naar APPM. Dat leek wat ploeg betreft een stap terug, maar pakte voor De Vries uit als een flinke stap vooruit.

Hij wil wel nog een stukje verder. Vooralsnog is hij een subtopper op internationaal niveau. Het verschil met de top is nog maar klein, zo lijkt het. “Ik ben meestal wel stabiel”, kijkt De Vries vooruit. “Als ik mijn niveau haal op alle afstanden dan is top acht reëel.”

Hoe het Essent WK Sprint ook uitpakt, De Vries is een gelukkig man bij APPM. “Och, ik heb zo’n mooi seizoen nu”, zucht hij met een brede lach op zijn gezicht.