De hoofdrolspeler zelf was vrij overtuigd van zijn winst in het eindklassement. “Ik had het al snel door”, vertelt Christian Haasjes. “Met de tussensprints erbij was het niet meer zo spannend. Maar je wil toch de bevestiging krijgen.” Waar de meester onderweg had kunnen rekenen, moest nummer twee Ten Cate wachten tot het eindoordeel van de jury. “Zo goed kan ik niet rekenen, helaas. Ik voelde de bui een beetje hangen, maar bleef hoop houden.”
Met Ruben Ligtenberg waren Haasjes en Ten Cate de drie grote kanshebbers voor het klassement. In de eerste en enige kopgroep van de dag waren ze alle drie present. Op het parcours van Staphorst pakte het achttal vluchters een halve ronde voorsprong en leken ze de zegen van het peloton te krijgen. Toen Casper de Gier - vorige week nog winnaar van het ONK in Hallum - het tempo van de kopgroep niet meer kon volgen, veranderde de koers. De mannen van Reggeborgh brachten het peloton in gang om af te koersen op een massasprint.
Na vrijdag stond er opnieuw een Belg op het hoogste schavot. Niet Bart Swings, die erachter kwam dat twee dagen koersen een te zware belasting was voor zijn knie, maar ploeggenoot Jason Suttels. Hij maakte deel uit van de kopgroep, waarin hij weinig werk verrichtte. Toen de vluchters werden teruggepakt, nestelde hij zich achter Swings. Hij kreeg een perfecte lead-out van zijn teamgenoot en maakte het karwei af.
“Bart zei na het terughalen van de kopgroep tegen mij dat hij last had van zijn knie”, blikt Suttels terug. “Vervolgens vroeg hij of ik mij goed voelde, want dan zou hij hem voor mij aantrekken. Ik was niet super vandaag. Hoewel er allemaal sterke jongens aan het vertrek stonden, wist ik dat ik hier op een mindere dag eveneens kon strijden voor de winst.”
Achter Suttels was er een tweede plek voor Jorian ten Cate, gevolgd door Bart Hoolwerf. Omdat Haasjes op de vijfde stek eindigde, werd hij eindwinnaar. Ten Cate legt uit waarom de ploeg van tactiek veranderde na het afhaken van De Gier. “Christian had met Ronald Haasjes wel een ploeggenoot bij zich, waardoor ik mijn benen wat meer stilhield of probeerde mee te springen bij een ontsnappoging. Ik hoopte dat er weer een mannetje van Reggeborgh vooraan komt.” In plaats daarvan koos de formatie ervoor het gat naar de kop van de wedstrijd dicht te rijden.
Na het inrekenen van de kopgroep voelde Ten Cate zich nog fris genoeg om mee te doen voor de dagzege. “Als team hebben we voor de wedstrijd gezegd dat we vandaag willen winnen. We zijn heel dichtbij gekomen. En dan is het geen schande om van de wereldkampioen skeeleren te verliezen. Ik ben blij met het niveau dat ik heb.”
De man met de grootste glimlach was Haasjes. “Het is heel moeilijk klassementen te rijden. Constant ben je aan het rekenen achter wie je aan moet. Ik wilde dat we als kopgroep wegbleven, maar moest mezelf niet leegrijden.” In tegenstelling tot Ten Cate was hij wel de hele race bezig geweest met het klassement. “De tussensprints van gisteren en vandaag zijn cruciaal gebleken. Dit klassement staat heel mooi op mijn palmares, zeker omdat ik hem in eigen huis gewonnen heb. De kinderen uit mijn klas stonden in de bocht en schreeuwden elke keer ‘Meester’. Mijn familie was aanwezig en nog wat clubgenoten die ik skeelertraining geef moedigden me aan. Deze winst ga ik niet snel vergeten.”
Voor Haasjes kan nu de focus op het EK Inlineskaten, al ziet hij wel dat hij nog een flinke stap te zetten heeft voor hij kan duelleren met de Belgen. “Ze zijn enorm goed. Het triggert mij om ze te zien rijden. Hoe hard gisteren Swings in zijn eentje reed... Er is genoeg werk aan de winkel de komende drie weken. Ik heb veel zin in die voorbereiding.”