De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Versteeg meer had verwacht van het mondiale titeltoernooi. Met twee ervaren jongens in zijn team reisde hij af naar Australië.
Christiaan Bökkerink nam deel aan acht wereldbekers en sleepte met het Nederlands team een maand geleden de Europese titel binnen en ook Itzhak de Laat heeft met zes wereldbekerwedstrijden inmiddels de nodige ervaring op zak.
"De ploeg is weer een stap gegroeid, beter geworden. Maar hier staan ineens andere junioren aan de start, die heel hard schaatsen. Het veld was enorm sterk en dan zie je dat je nog ervaring tekort komt", constateerde Versteeg.
Met Bökkerink, De Laat, Mark Prinsen en Adwin Snellink beschikte de coach over een mooie aflossingsploeg, maar het oranjekwartet verspeelde in de halve eindstrijd een ticket voor de finale door een vroege valpartij. Het team eindigde als zesde. "Een finaleplek had er zeker gezeten", vond de voormalig wereldrecordhouder op de 500 meter. "Maar dan moet je wel blijven staan."
Bökkerink was dit seizoen duidelijk over zijn doel: medailles bij de WK junioren. Dat zat er voor de 19-jarige Twent echter niet in. Pas op de 1000 meter kon hij zijn klasse laten zien. Bökkerink ging in de halve finale het gevecht aan met de Amerikaan John-Henry Krueger, die al twee wereldbekermedailles op zak heeft, om de tweede plaats.
"Dat kostte hen allebei veel energie, waarvan de Koreaan kon profiteren (de nummer twee in het klassement Hyo Been Lee, red.)."
Eerder trof Bökkerink op de 500 meter al vroeg een zware loting. "Hij is nog te traag weg en dan verlies je veel snelheid in de eerste ronde. Christiaan heeft de topsnelheid wel, maar nog niet de extra snelheid om bij een rondje van 8,6 seconden te kunnen inhalen." Met een tijd net boven zijn persoonlijk record kon Versteeg, ondanks een 25e plaats, niet ontevreden zijn over de sprint van Bökkerink.
Op de 1500 meter was Bökkerink wat gehaast en dat brak hem aan het einde van de race op. Ook bij De Laat had er volgens Versteeg meer ingezeten, zeker op de 1000 meter. "Hij wacht te lang en dan kom je tekort." Met de achtste plaats op de 1000 meter verzekerde Bökkerink zich van de elfde plaats in het klassement en daarmee is hij de beste Europese rijder.
"We hebben hier en daar wat laten liggen, maar dat doen andere landen ook." Volgens Versteeg heeft zijn team in Melbourne het maximaal haalbare laten zien. De trainer van de nationale juniorenploeg kijkt naar de langere termijn. "We zijn pas twee jaar bezig met een juniorenteam bij Jong Oranje. Het liefst wil je het gat in één jaar dichten, maar het kost gewoon tijd. Dat zie je aan onze senioren. Die zijn 5,5 jaar bezig en pakken nu pas medailles."