“Ik sta er beter voor dan gisteren, ten opzichte van Jan Blokhuijsen”, stelde Kramer vast. Zijn ploeggenoot reed een nog mindere 1500 meter en werd tiende. Daarmee bouwde Kramer zijn voorsprong in het klassement uit.
Het zat de ploeggenoten ook niet mee, vond Kramer. "Jan maakte vals, maar er werd bij de start ook heel veel geroepen. Die valse start was zonde, want dan valt de rijwind, de circulatie, van de rit ervoor weg. En omdat we in de laatste rit reden, reed er ook niemand in de inrijbaan." Die luchtcirculatie geeft de rijders normaal een steuntje in de rug, maar die ontbrak nu.
Het is niet voor het eerst dat Kramer op de schaatsmijl niet zo rijdt als hij voor ogen had. “Ik heb een beetje een haat-liefdeverhouding met de afstand. Dat is inmiddels wel bekend”, zei de TVM-rijder. “De afgelopen twee keer ging het wel goed en nu minder.”
“Mijn basis is de vijf kilometer. Als ik niet zo fris ben dan loopt die altijd nog wel goed, maar dat is niet zo op de 1500 meter”, legde hij uit. “We hebben op een hoog niveau het NK gereden en het is moeilijk om dat vast te houden. De scherpte is wel wat minder dan twee weken geleden”, gaf Kramer toe. “En gisteren heeft er aardig ingehakt.”
Ondanks alles kijkt Kramer met vertrouwen naar de laatste dag van het toernooi. Hij heeft een ruime voorsprong in het klassement. “Ik heb wel eens een slechtere 1500 meter gereden. Het is wel lekker dat ik me dat kan veroorloven.”