"Tja”, mopperde Mats Stoltenborg van de Jumb-Visma formatie die zoals zo vaak de mensen ‘leverde’ voor de andere plekjes op het podium (Harm Visser tweede, Bart Hoolwerf derde), “de feestdagen komen eraan. Dan wil iedereen wel cadeautjes krijgen. Weet je”, en de aanvaller pur sang, schakelde een versnelling hoger in stemvolume en toon, “er is te weinig ambitie om echt hard door te rijden.  Iedereen wil in de kopgroep zitten, maar wel zonder er iets extra's voor te doen.”

“We kunnen concluderen dat er niemand met het mes tussen de tanden wil schaatsen”, ging hij in een adem door. “Daar is onze ploeg ook debet aan, en daar baal ik van. Ik ben een aanvallende rijder. Echter, omdat we genoeg snelheid achter de hand hebben in het team, pas ik me ook een beetje aan. Toch heb ik vanavond een keer geprobeerd een paar ronden volle bak door te knallen. Toen zag je dat het hele peloton uit elkaar werd getrokken. Allee, zodra ik afstuurde (naar de buitenkant van de baan uitweek, red.), was er niemand die overnam. Ja, dacht ik op dat moment, wanneer gebeurt dat dan wel een keer?”

Nooit een moment in de 125 ronden lange optocht van zaterdagavond waar de drie topteams als schaakspelers over het ijs laveerden, en vooral bezig waren elkaar te controleren. De enige optie die ertoe deed, was toewerken naar een sprint. Tot groot geluk van eenling Swings die na zijn succesvolle World Cup-campagne op de langebaan kon meeliften op de bewegingen van de elkaar rivaliserende ploegen, en zo in een leunstoel de eindgalop kon afwachten. Op dat laatste rechte eind (en in zekere zin de gehele slotronde) bleek er geen mens zó waanzinnig rap naar de streep te kunnen vlammen.

Poster
Poster

“In de luren gelegd door een Belg?” Crispijn Ariëns van Hoolwerf Heiwerken-AB Vakwerk herhaalde de vraag, een beetje met een lege blik voor zich uitstarend. “Bart is niet zomaar een Belg, hè. Hij reed niet voor niets zo goed in Amerika en Canada. Wij wisten heus wel dat hij dik in orde was. In de mass starts die hij reed aan de overkant van de plas had hij net zomin iemand in de buurt om te helpen en toch klaarde hij die karweien op geweldige wijze. “Zo is het”, vulde Evert Hoolwerf aan. De Eemdijker was de beoogde afmaker voor de finale; hij en aanjager Ariëns raakten elkaar kwijt en daarmee was de kans op succes verkeken.

“Goed beschouwd heeft alleen Bart Swings vandaag alles goed gedaan”, kwam Stoltenborg er nog een tussen. “Wanneer je met zoveel ploegen rijdt voor een massasprint, mag het toch niet gebeuren dat een eenling kan toeslaan? Wij hadden 125 ronden om die kerel te slopen. Niet gebeurd. Ik snap het echt niet dat er op veertig ronden van het einde al wordt gespeculeerd op een sprint. Momenteel is er niemand in het peloton bij wie het absoluut honderd procent zeker is dat het een massasprint wordt die hij wint. Ik bedoel, zo’n vent als Jan Maarten Heideman vroeger die dat kon waarmaken, schaatst er niet tussen…”

Foto: Neeke Smit

Nee, vond Sjoerd den Hertog (gevallen op vier ronden van de streep en kansloos), als er iemand zich in de luren had laten leggen, was dat een gezelschap: Hoolwerf Heiwerken. “Want zij kwamen er niet aan te pas, toch? Terwijl die jongens al ruim van tevoren alle kaarten speelden om te kunnen sprinten met Evert. Dit was een klotenrace, en die heb je er soms tussen zitten. Volgende keer beter”, aldus de klassementsleider die ondanks zijn schuiver het oranje pak in bezit hield. “Inderdaad”, zo stemde Roy Boeve (ploegleider Hoolwerf Heiwerken),”het NK. We zijn een stap dichter bij die overwinning geraakt”, klonk het cryptisch. “We wilden vanavond best verliezen van Bart Swings, maar niet van de anderen. Daarin zijn we geslaagd.”
Zo kun je een nederlaag tegen een bloedsnelle Vlaming ook wegschrijven. Boeve: “Nee joh, iedereen heeft toch gezien dat hij twee klassen beter was dan iedereen?”