“Vorig jaar hebben we geen enkel podium gemist, maar stonden we voor het mooie te weinig op het hoogste schavot”, zegt aanvaller Stoltenborg als hij terugblikt op vorig seizoen. “Dat wil je dit jaar beter doen”, is zijn voor de hand liggende toevoeging. Met vier man in de finale in Amsterdam, en met drie man in de top-10 in Enschede laat de ploeg in elk geval zien in de breedte ijzersterk te zijn. Maar het belangrijkste, wedstrijden winnen, zat er nog niet in.
“In Amsterdam waren we misschien wel de sterkste, maar daar win je niet altijd mee”, stelt ploegleider Peter de Vries nuchter. “In Enschede hebben we ook een goede koers gereden. Alleen Heerenveen was geen leuke wedstrijd”, zegt hij, doelend op het feit dat op Mats Stoltenborg na, iedereen uit de ploeg op het brosse, uitbrekende ijs van Thialf onderuit ging en mede daardoor zelfs het podium niet werd gehaald.
De man die als enige bleef staan, voelt zich op zijn beurt ronduit goed. “Ik ben sterk zat”, zegt Mats zelfverzekerd en spreekt ook zijn vertrouwen in de rest van het team nadrukkelijk uit. “We staan er als ploeg goed voor. Dat hebben we vanaf quitte laten zien in de wedstrijden, al valt het alleen nog niet onze kant op. De eerste twee wedstrijden hadden we zicht op de winst, maar dan loopt het tactisch nog niet helemaal goed. Als je dan fouten maakt in de finale, kost je dan de overwinning.”
Vanaf komend weekend hoopt Stoltenborg weer op nieuwe kansen, zeker nu een aantal bepalende rijders een groot deel van de winter World Cup-verplichtingen heeft. “Met Harm hebben we iemand die de potentie heeft veel wedstrijden te kunnen winnen, vooral omdat Bart Hoolwerf naar de World Cup gaat en ook Bart Swings er niet meer bij is. Dan is hij levensgevaarlijk.”
Het betekent aan de debetkant van de balans kant natuurlijk ook dat de ploeg aantreedt zonder de koersbepalende tempobeul Jorrit Bergsma. “We zullen Jorrit natuurlijk missen, dat is logisch”, erkent Peter de Vries. “Jorrit en Mats zijn de mannen die ronde na ronde de anderen zeer kunnen doen. Het is simpel zat. Of Jorrit bij ons wel of niet meerijdt, daar zit een verschil in. Maar we gaan van onze eigen kracht uit.”
Zo weet Mats dat hij op een prima vorm kan terugvallen, maar ziet hij tegelijkertijd ook dat hij als een van de schaarse échte aanvallers in het peloton meer dan wie dan ook in de gaten wordt gehouden. “We rijden in een geel pak en dat werkt als een rode lap op een stier. Al is het natuurlijk ook wel waardering natuurlijk.”
Toch hoopt hij dat andere ploegen ook eens mee-investeren in een goede aanval. “We hebben een beetje de hulp van andere ploegen nodig”, zegt hij eerlijk. “Een team als Royal A-ware wil ook geen eindsprint, al rijden ze op dit moment mijns inziens daar wel voor. Maar ze hebben nog geen podium gereden. Dan kun je leuk voor een vierde, vijfde of zesde plek meedoen, maar de ploegleider (coach Jillert Anema, red.) kennend, is daar vast niet heel tevreden mee”, zegt hij met enige ironie. “Ik hoop oprecht dat een aantal teams denkt: als het een sprint wordt, dan worden we vandaag ook weer achtste, laten we maar eens wat meer gas geven”, vindt ook ploegleider Peter de Vries.
Toch zal Mats de aanval niet schuwen, dat is nou eenmaal de aard van het beestje. “Ik ben zelf een aanvallende rijder. Een zware wedstrijd met zoveel mogelijk rondjes vind ik het mooist. Dan kom ik het best tot mijn recht, dus daar hoop ik op. Het past ook het best bij de ploeg. En dan is het helemaal mooi als je Harm in de finale hebt, dan kun je twee kaarten spelen. Als Harm achter de hand wordt gehouden, dan kun je voor de rebound gaan. Dan ben je levensgevaarlijk.”
Het moet wat Peter de Vries betreft de winst, maar ook mooie koersen opleveren. “Uiteindelijk wil je heel graag winnen. Maar ik heb liever dat we er twee winnen en de strijd er aan alle kanten vanaf spettert, dan dat we er drie winnen en mensen denken: mooi dat er iemand gewonnen heeft, maar dat was het dan ook. Daar hebben wij de rijders voor en dat vinden de rijders zelf ook.”
Dat het dit seizoen wel goed komt met Jumbo-Visma, daar twijfelt hij geen seconde aan. “We zijn nu net twee weken bezig”, zegt hij op relativerende toon. “We willen elke zaterdag op de hoogste trede staan en dáár strijden we voor. Het is tot nu toe helaas nog niet gelukt, maar we gaan elke zaterdag met het team hiervoor ons stinkende best doen.” En daar heeft Mats Stoltenborg op zijn beurt weer alle vertrouwen in. “We laten zien dat we de koers kunnen dragen en sterk zijn. Het moet alleen even goed vallen.”